De Raad van Ministers, de naam zegt het zelf, bestaat uit de ministers van alle EU-lidstaten. Het is de EU-instelling, ook wel ‘Raad van de Europese Unie‘ of kortweg ‘de Raad‘ genoemd, die de regeringen van de verschillende lidstaten vertegenwoordigt. De ministers komen bij elkaar om wetsvoorstellen van de Europese Commissie te bespreken, te wijzigen, en meestal in samenspraak met het Europees Parlement, goed te keuren. De vergaderingen van de EU-ministers vinden plaats in Brussel. In april, juni en oktober in Luxemburg.
Tien raden
De Raad van Ministers komt in tien verschillende samenstellingen (of ‘raden’, of ‘raadsvergaderingen’) bijeen, afhankelijk van het Europese beleidsterrein. Elke EU-lidstaat stuurt dan zijn minister of staatssecretaris bevoegd voor dat onderwerp. Als de Raad over de digitale euro vergadert, komen alle EU-ministers van Financiën bij elkaar in de Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin). Deze zomer was het aan minister van Financiën Sigrid Kaag om er namens het Nederlandse kabinet kritiek te uiten op het wetsvoorstel van de Commissie.
In de Raad Landbouw en Visserij wordt wetgeving besproken in verband met voedsel, landbouw en visserij. Zo was het minister van Landbouw Piet Adema die namens Nederland niet instemde met Timmermans’ natuurherstelwet. Het viel Brusselse Nieuwe overigens op dat hij vaak afwezig was. In dat geval stuurt Nederland iemand van de Permanente Vertegenwoordiging, meestal was dat de Nederlandse EU-ambassadeur.
De Europese vakministers komen tenminste één keer in de zes maanden bij elkaar. Maar vaak treffen ze elkaar ook informeel in de lidstaat die op dat moment voorzitter is, op dit moment Spanje. Zo sprak minister Adema zijn collega’s onlangs in het Spaanse Córdoba over soepelere regels voor genetisch gemodificeerde gewassen. Tijdens informele vergaderingen kunnen geen formele besluiten genomen worden.
Weg met het veto!
Een besluit heeft meestal een gekwalificeerde meerderheid nodig. Dat betekent dat 55 procent van de EU-lidstaten (in de praktijk: 15 lidstaten) die 65 procent van de EU-bevolking vertegenwoordigt, het besluit moet goedkeuren.
Bij gevoelige kwesties als buitenlands beleid en begroting is unanimiteit nodig. Alle EU-lidstaten moeten het besluit goedkeuren. Dit betekent dat één land een besluit kan blokkeren. Omdat het de besluitvorming flink kan vertragen, staat dit vetorecht regelmatig onder druk. ‘Weg met het veto voor buitenlandbeleid’, schreef Wopke Hoekstra met anderen in een opiniestuk. En toen Hongarije weigerde akkoord te gaan met een minimale winstbelasting voor grote bedrijven, riep dit grote ergernis op bij Nederland.
EU-voorzitter
Al deze raadsvergaderingen worden voorgezeten door de bevoegde minister van het land dat de Raad van de Europese Unie voorzit. Nu Spanje EU-voorzitter is, is het de Spaanse minister van Milieu die de raad Milieu voorzit. Enkel de raad Buitenlandse Zaken wordt altijd voorgezeten door de EU-buitenlandchef, vandaag: Josep Borrell.
Elk half jaar is een andere lidstaat EU-voorzitter. Spanje werd 1 juli voorzitter en blijft dat tot 31 december 2023. Er bestaat telkens een nauwe samenwerking tussen de drie lidstaten die na elkaar het voorzitterschap bekleden (‘trio’). Dat zorgt voor continuïteit. Ze stellen samen een agenda op met de grote thema’s voor de komende 18 maanden. Elke lidstaat maakt op basis daarvan weer z’n eigen halfjaarlijkse agenda.
Het huidige trio bestaat uit het Spaanse, Belgische (1/1-30/6/2024) en Hongaarse voorzitterschap (1/7-31/12/2024). Het Europees Parlement wil overigens niet dat Hongarije, een land dat de Europese waarden schendt, EU-voorzitter wordt.
Verwarrend, al die ‘raden’… er is ook een Europese Raad
Verwar deze Raad niet met de Europese Raad, de EU-instelling die de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de EU bepaalt. De vergadering waarop EU-leiders deze lijnen uitzetten noemen we een Europese top. Tijdens zo’n driemaandelijkse top komen alle staatshoofden en regeringsleiders van de EU-lidstaten bij elkaar om op buitenland- en veiligheidsbeleid de grote lijnen uit te zetten, moeilijke knopen door te hakken en nieuwe Europese projecten te lanceren. ‘Chefsache’ in EU-jargon, zaken die de EU-leiders liever niet overlaten aan de ministers. Tijdens de top in juni stond onder meer Oekraïne en migratie op de agenda. Brusselse Nieuwe houdt je telkens op de hoogte via een liveblog.
EU-buitenlandbeleid
En het is dan de Raad, in het bijzonder de raad Buitenlandse Zaken, die, op basis van de lijnen die de EU-leiders op zo’n top hebben uitgezet, het buitenlands beleid en veiligheidsbeleid ontwikkelt en uitvoert. Zo keurt deze Raad bijvoorbeeld sancties tegen Rusland goed.
De raad Buitenlandse Zaken bestaat uit de EU-ministers van Buitenlandse Zaken, maar afhankelijk van het thema kunnen dat bijvoorbeeld ook de ministers van Defensie of Handel zijn. Onlangs lanceerden de EU-ministers van Defensie het idee om een extra geldpot te maken voor Oekraïne.
Wie moet ik bellen?
De raad Buitenlandse Zaken is samen met de Europese Commissie en onder leiding van de EU-buitenlandchef verantwoordelijk voor het externe optreden van de EU. Steeds meer begint de EU zich te positioneren als een speler op het internationaal toneel en ontwikkelt ze een mondiale strategie.
Terwijl de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Kissinger zich in 1973 nog afvroeg “Wie bel ik als ik met Europa wil bellen?” hoeft Anthony Blinken daar vandaag niet bij na te denken. Hij belt de EU-buitenlandchef, Josep Borrell. Alleen voor de Amerikaanse president blijft het nog lastig. Bel je de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen of de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel? Voorlopig valt die keuze op Ursula von der Leyen.