Babbel in de bubbel | Europol, een EU-politie zonder politieagenten

In de rubriek ‘Babbel in de bubbel’ schrijft Tinne Horemans, eindredacteur van Brusselse Nieuwe, om de week over mistige woorden, ingewikkelde begrippen en curieuze fenomenen in de Brusselse bubbel.

3 min. leestijd

“Geweld op bestelling: criminelen huren criminelen in” kopte Europol onlangs op hun website. Na een geschil over illegale drugshandel in het Duitse Keulen huurde de gedupeerde drugsbende Nederlandse criminelen in om in Duitsland gewelddadige wraakacties uit te voeren op de andere drugsbende.

In een grensoverschrijdende operatie arresteerden de Politie Amsterdam en de Politie Keulen 23 criminelen. De Amsterdamse en Keulse politiediensten namen ook een omgebouwd vuurwapen, 20.000 euro en krachtige explosieven in beslag. Europol steunde het onderzoek door informatie-uitwisseling en data-analyse.

Ondersteunende rol

Misdrijven als drugshandel, mensensmokkel, kindermishandeling, witwasserij, cybermisdaad en terrorisme zijn vaak grensoverschrijdend. Nationale politiediensten kunnen dit moeilijk alleen oplossen. Vooral toen de grenzen opengingen (lees deze Babbel), verlangden lidstaten steeds meer naar een Europese aanpak.

In 1999 ontstond Europol, en is gevestigd in Den Haag. De rol van Europol is vooral ondersteunend. Europol zorgt voor uitwisseling van informatie tussen de nationale politie- en inlichtingendiensten. Ze hebben tal van databanken met gegevens over allerlei misdaden als terrorisme en mensenhandel waardoor nationale autoriteiten sneller informatie kunnen uitwisselen over verdachte personen. Je zou Europol daarom een ‘politie-informatiedienst’ kunnen noemen.

Het is dus geen echte Europese politiedienst. Er zijn geen Europol-agenten die verdachten kunnen achtervolgen, arresteren of ondervragen. Waarom niet? Omdat landen dit niet willen. Er zijn enkele afspraken tussen Nederland en de andere Benelux-landen waardoor een Nederlandse politie de Belgische grens over mag rijden voor een achtervolging. Maar er is geen ‘Europese FBI’ als het ware, die zelfstandig onderzoek mag doen in een land. Dat vinden landen (nog) te eng.

Niet verdacht

Landen zijn ook niet verplicht om inlichtingen te delen met Europol. Het gaat vaak om gevoelige informatie en landen vertrouwen elkaar niet altijd helemaal. Kortom: Europol is erg afhankelijk van de goodwill van de lidstaten. Dit gebrek aan slagkracht is, in een EU die steeds meer integreert en waar je in een seconde geld kan overmaken van Nederland naar Italië of Malta, een veelgehoorde kritiek.

Er bestaan ook zorgen over privacy. Volgens experts bewaart Europol een enorme hoeveelheid gegevens over Europeanen die niét verdacht zijn. En dat mag niet. Die zorgen over privacy werden nog groter toen bleek dat Europol zelfs met eigen dossiers slordig omging. Gevoelige dossiers, waaronder dat van de Belgische directeur Catherine de Bolle verdwenen begin vorig jaar uit de kluis in Den Haag.

Eurojust

Naast Europol is er ook Eurojust. Terwijl Europol de samenwerking tussen de nationale politiediensten ondersteunt in de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit, ondersteunt Eurojust de samenwerking tussen rechtbanken en rechters van de verschillende EU-lidstaten. Vers van de pers: justitie in Roemenië en Nederland hebben net een gezamenlijke onderzoeksgroep opgericht voor de diefstal van vier waardevolle historische Roemeense kunststukken uit het Nederlandse Drents Museum. En Eurojust ondersteunt. Het agentschap zal juridische en organisatorische hulp bieden aan de onderzoekers in deze zaak.

Het onderscheid tussen beide agentschappen is overigens makkelijk te onthouden: in Europol zit ‘pol’ van politie, in Eurojust ‘just’ van justitie. Zo zie je maar, EU-jargon hoeft niet altijd onnavolgbaar en complex te zijn.