Landbouwminister Adema legt in Brussel moeilijke positie Nederland uit

Nederland gaat nog niet akkoord met de Brusselse plannen voor natuurherstel, aldus Adema na zijn debuut in de Europese landbouwraad. “Nederland mag niet op slot.”

3 min. leestijd

Wanneer het op landbouw aankomt, is de relatie tussen Brussel en Nederland al jaren gespannen. Daar probeerde kersverse minister van Landbouw Piet Adema tijdens zijn eerste echte vergadering in Brussel wat aan te doen. Als fris gezicht op de  bijeenkomst  van de Europese ministers over de landbouw- en visserijsector, wilde hij zijn eerste kennismaking met zijn Europese collega’s gebruiken om de ‘complexe situatie’ van Nederland goed uit te leggen.

Stapeling van problemen

Dit kwam vooral naar voren in de gesprekken over de nieuwe  Europese plannen  om natuurherstel wettelijk te verankeren, aldus Adema. Hiermee gaat Nederland voorlopig niet akkoord. Het struikelblok is het zogenoemde ‘verslechteringsverbod’. Dit betekent dat de Nederlandse flora en fauna niet verder achteruit mogen gaan, ook wanneer dit landbouwgrond of stedelijk gebied betreft. Nederland maakt zich grote zorgen om de plannen, die het uitgeven van vergunningen voor onder andere de bouw mogelijk nog moeilijker zullen maken. Dit is nu al beperkt door de stikstofcrisis.

“De Europese doelen [voor het herstellen van de natuur, red.] willen we best wel omarmen”, vertelt Adema na afloop van de bijeenkomst, “maar de impact op de landbouw en de rest van Nederland is te groot”. Hij onderstreept dat naast de verduurzaming van de landbouw, Nederland voor veel andere grote opgaven staat, zoals het bouwen van meer woningen en de overstap naar duurzamere energiebronnen. Echter kunnen deze plannen zorgen voor een stapeling van problemen, zegt Adema: “Niet alleen de landbouw, maar ook de industrie, woningbouw, mobiliteit en zelfs de energietransitie kunnen weleens forse hinder gaan ondervinden.”

Commissie terug naar de tekentafel

Voorlopig wil Adema vooral meer flexibiliteit zien, ook in de tijd. Hij lijkt gemotiveerd aan de slag te gaan met de duurzaamheidshuiswerk waar Nederland voor staat, maar “deze wet zorgt alleen maar voor meer hinder, waardoor er niks meer kan in Nederland, zelfs geen duurzame projecten.”

Ook  staat Nederland volgens Adema niet alleen: “Ik heb vandaag veel andere landen gehoord die het nog niet eens zijn met deze regeling, dus het is nog lang niet zo dat er draagvlak is.” Hij neemt aan dat het uiten van zijn zorgen samen met zijn Europese ambtsgenoten voldoende signaal geeft aan Brussel dat deze plannen iets zijn “om nog eens goed over na te denken”.

Duidelijkheid voor de boer

In Nederland werkt Adema momenteel toe naar het eerste landbouwakkoord ooit, dat in 2023 het licht moet zien. Later deze maand komt hij met een brief aan de kamer, die hiervoor als basis zal dienen. Aldus Adema komt een solide en breedgedragen transitie op deze manier dichterbij:  “De meeste boeren zullen dat ook graag willen”, stelt Adema hierover. Maar: “We willen wel dat die agrariër ook de duidelijkheid en de zekerheid krijgt van waar die de komende decennia mee op pad kan gaan. Dat geeft rust in de sector, en dat is broodnodig.” Rust krijgt Adema zelf voorlopig in ieder geval niet: in Brussel is er nog een lange weg te gaan.