Het Europees Parlement krijgt heel wat kritiek. Omkoopschandalen, ongebreidelde onkostenvergoedingen, het dure ‘verhuiscircus’ tussen Brussel en Straatsburg, en last but not least: het EP is onbekend; en ook dat maakt onbemind. Vergeleken met nationale politici spelen Nederlandse Europarlementariërs nauwelijks een rol in de Nederlandse media. Op Brusselse Nieuwe spelen ze een prominente rol. En een glansrol krijgen ze, met de Europese verkiezingen voor de deur, in onze wekelijkse verkiezingsrubriek ‘Europa gaat kiezen’.
Europa gaat kiezen
Fijn om deze maanden te worden bijgepraat, want aanstaande juni moeten we, na 5 jaar, opnieuw de leden van het Europees Parlement kiezen, net als ruim 400 miljoen andere EU-burgers. Het Parlement is de enige rechtstreeks verkozen EU-instelling. Nu en dan wordt ook het idee gelanceerd voor transnationale kieslijsten, zodat we onze stem niet alleen kunnen uitbrengen voor een Nederlandse, maar ook voor een Bulgaarse of Deense Europarlementariër. Maar dat idee vindt in ons land nog weinig weerklank.
De zetels in het Europees Parlement worden verdeeld volgens het bevolkingsaantal van elke lidstaat. Voor de Brexit (31 januari 2020) had Nederland 26 zetels, vandaag zijn dat er 29 (en na de verkiezingen worden dat er 31). Het Europees Parlement telt in totaal 705 zetels, inclusief de voorzitter, vandaag de Maltese Roberta Metsola.
Meer slagkracht
De opkomst voor de Europese verkiezingen daalt elke vijf jaar. Vreemd. Want de wetgevende rol van het Europees Parlement is sinds het Verdrag van Lissabon (2009) flink uitgebreid. Rechtstreeks verkozen Europarlementariërs beslissen nu mee, samen met ‘de Raad’ (lees ook deze Babbel), over het grootste deel van de Europese wetgeving. Wordt het Europees Parlement het niét eens met de Raad? Dan komt er geen nieuwe wet.
Ook heeft het Parlement het recht om Eurocommissarissen (goed) te keuren en te ontslaan. Wordt Wopke Hoekstra straks Eurocommissaris? Eerst legt het Parlement hem nog het vuur na aan de schenen, in een zogeheten ‘hoorzitting’.
Verder keurt het Europees Parlement de jaarlijkse EU-begroting goed. Samen met de Raad, maar het Parlement heeft het laatste woord. En EU-buitenlandchef Josep Borrell raadpleegt het Parlement over het EU-buitenlandbeleid. EU-uitbreiding moet de goedkeuring krijgen van het Parlement en geen handelsovereenkomst wordt gesloten zonder haar goedkeuring.
Bontgekleurd
Europarlementariërs stemmen meestal per fractie en niet per land. Die 29 Nederlandse Europarlementariërs klitten dus niet samen. Europarlementariërs verenigen zich niet volgens nationaliteit, maar volgens hun politieke standpunten in Europese fracties. Op dit moment zijn er zeven fracties in het Europees Parlement.
En in welke fracties zitten de Nederlanders? De meesten van hen, de VVD- en D66-Europarlementariërs, zitten in de liberaal-democratische fractie Renew Europe: Azmani, Groothuis, Huitema, Nagtegaal, Rafaela, Rinzema en In ‘t Veld, nu ex-D66. CDA- en CU-Europarlementariërs maken deel uit van de christendemocratische fractie EVP/EPP: Berendsen, Haga, De Lange, Lenaers, Manders en Schreier-Pierik. PvdA-Europarlementariërs (Chahim, Jongerius, Reuten, Tang, Tax en Wolters) behoren tot de sociaaldemocratische fractie S&D en GroenLinks-Europarlementariërs Eickhout, Sparrentak en Strik tot De Groenen.
Tot slot vind je aan de uitersten van het spectrum de radicaal-linkse fractie (GUE/NGL) met Hazekamp van de PvdD. Aan de andere kant de antifederalistische, conservatieve fractie ECR met Hoogeveen (JA21), Roos (oud-JA21), Rooken (oud-JA21), Rookmaker (GO) en Ruissen (SGP). Deze fractie bestaat vooral uit nationalistische, cultureel conservatieve partijen.
En wat doen Europarlementariërs die zich in geen enkele fractie thuis voelen? Die sluiten zich, net als De Graaff van FvD, aan bij de ‘niet-ingeschrevenen’ (NI). Tot maart 2022 maakte hij overigens deel uit van de eurosceptische fractie Identiteit en Democratie (ID), waartoe ook het Franse Front National behoort.
Commissies en subcommissies… Huh?
De Europese Commissie doet een wetsvoorstel (lees meer in deze Babbel) en legt dit voor aan de Raad en het Europees Parlement. Het besluitvormingsproces van het Europees Parlement is gebaseerd op twee belangrijke bijeenkomsten: ‘commissievergaderingen’ en ‘plenaire vergaderingen’.
In de commissies gebeurt het inhoudelijke werk van het Parlement. Zij bereiden het standpunt van het Europees Parlement voor. Tijdens hun maandelijkse vergaderingen onderhandelen de Europarlementariërs over wetgevingsvoorstellen, stellen amendementen voor en stemmen over deze amendementen.
De beleidsterreinen zijn verdeeld tussen twintig vaste commissies en drie subcommissies (met onbetaalbare afkortingen als ‘AFCO’, ‘CONT’ & ‘PECH’). Die commissies bestaan uit Europarlementariërs uit alle fracties en vormen een weerspiegeling van de zetelverdeling in het voltallige Parlement.
Bij het begin van elke zittingsperiode wijst het Parlement de Europarlementariërs een commissie toe op basis van hun voorkeuren. Een belangrijke keuze, want het bepaalt met welke thema’s ze zich vijf jaar zullen bezighouden. Omdat opvallend veel Nederlandse Europarlementariërs lid zijn van de milieucommissie (ENVI) maakte Brusselse Nieuwe een klimaatpodcast ‘In de klimaatkeuken van… ‘
Plenair
Is het standpunt van de commissie over het wetsvoorstel duidelijk, dan legt de zogeheten ‘rapporteur’ of ‘hoofdonderhandelaar‘ (verantwoordelijk voor het hele Parlementaire besluitvormingsproces) het verslag van de desbetreffende commissie voor aan het voltallige Parlement. Tijdens de voltallige (of ‘plenaire’) vergadering geeft het Parlement al dan niet zijn goedkeuring aan de tekst van het wetgevingsvoorstel. Die stemming in ‘de plenaire’ volgt meestal de uitslag van de desbetreffende commissie.
Zodra het Parlement en de Raad van de Europese Unie overeenstemming hebben bereikt (in de zogeheten ‘triloog’ – idee voor een volgende Babbel), is er een Europese wet. Timmermans’ natuurherstelwet zit op dit moment in deze fase, een fase die wij, Brusselse Nieuwe, ‘de schiettent’ noemen.
Twaalf ‘plenaire’ vergaderingen vinden plaats in Straatsburg (Frankrijk). Die sessies duren vier dagen en Brusselse Nieuwe is er dikwijls bij. Nog zes extra plenaire vergaderingen vinden plaats in Brussel, net als de commissievergaderingen en fractievergaderingen.
Oh ja! Er zijn ook nog ‘tijdelijke speciale commissies’ en ‘delegaties’…
Het Parlement kan ook ‘tijdelijke speciale commissies’ benoemen voor bijzondere kwesties als bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, dierenwelzijn of nepnieuws. De speciale commissie Pegasus werd aangesteld toen bekend werd dat regeringen van Cyprus, Griekenland, Hongarije, Polen en Spanje illegaal telefoons hadden afgetapt met behulp van spionagesoftware. De Nederlandse Europarlementariërs Thijs Reuten (PvdA), Jeroen Lenaers (CDA) en Sophie in ‘t Veld (D66) bezochten deze landen en kwamen met een rapport.
De ‘delegaties’ van het Parlement onderhouden contacten met parlementen van niet-EU-landen als Noord-Macedonië, Turkije of Chili. Soms verlopen die contacten stroef. Onlangs was een delegatie, met o.a. Thijs Reuten en Tineke Strik, niet welkom in Tunesië.
Voor wie dreigt te verdwalen in dit Parlementaire labyrint, hieronder nog een handig plaatje: