Het Nederlandse kabinet stelt voor de eerste lichting van de nieuwe Europese snelle reactiemacht 150 manschappen beschikbaar. Het gaat om een mobiele eenheid die beschikt over Boxer-pantservoertuigen. Dat heeft minister Ollongren in Brussel bij een lezing met haar Belgische ambtsgenoot bekend gemaakt.
Het was al aangekondigd dat Nederland mee wil doen aan de nieuwe Europese defensiestrijdmacht die vanaf 2025 operationeel moet zijn. Duitsland neemt de leiding bij het opzetten van de eerste lichting van de zogenaamde Rapid Response Capacity die uit maximaal 5000 militairen zal bestaan.
Strategisch Kompas
De nieuwe eenheid is geboren in het Strategisch Kompas waar de Europese regeringen het vorige maand over eens werden. Het politieke doel van de nieuwe Defensiesamenwerking is om als Europese Unie meer zelfstandig op te kunnen treden bij crises. Zo willen de Europese landen veel nauwer samenwerken bij de inkoop van wapensystemen en moet er een einde komen aan de situatie dat verschillende landen werken met middelen die niet compatibel zijn met die van andere landen.
Ollongren benadrukte in Brussel dat de Europese plannen niet zijn bedoeld als vervanging van het NAVO-bondgenootschap. De verdediging van het NAVO-grondgebied zal een taak van de NAVO blijven. De Europese samenwerking is bedoeld als aanvulling en moet het mogelijk maken dat de Europese landen ook zonder de NAVO-missies uitvoeren in crisisgebieden rondom ons continent. Ook een evacuatie zoals die in Kabul afgelopen zomer wil de Europese Unie in de toekomst zelfstandig kunnen uitvoeren.
Semantische discussie
Op de vraag of de nieuwe Europese eenheid de naam ‘Europees leger’ mag hebben, zei Ollongren in een gesprek met de Nederlandse pers dat dat een semantische discussie is.
“Ik zeg nu steeds: er is geen NAVO-leger en net zomin komt er een Europees leger. Wij hebben allemaal onze eigen krijgsmacht en beslissen zelf over de inzet daarvan. Maar je kunt natuurlijk met bondgenoten afspreken dat onze krijgsmacht beschikbaar is voor bepaalde zaken”, aldus Ollongren
Dat kan betekenen dat wanneer het Nederlandse kabinet militairen beschikbaar stelt aan een Europese reactiemacht die onder bevel komen van een buitenlandse commandant. Dat is volgens Ollongren vergelijkbaar met hoe het nu werkt binnen de NAVO als Nederland troepen beschikbaar stelt voor een NAVO-missie: “In dat geval vallen delen van de Nederlandse krijgsmacht rechtstreeks onder het commando van de NAVO. Maar dat doet niets af aan de soevereiniteit die we hebben ten aanzien van onze eigen krijgsmacht”.