Waterstof is een rijzende ster onder de brandstoffen: waar het nu nog vrij onbelangrijk is, moet dat snel gaan veranderen. Om Europa onafhankelijk te maken van Rusland en om de duurzaamheidsdoelen te halen, ziet de Europese Commissie een hoofdrol weggelegd voor de gasvormige brandstof.
Maar niet alle waterstof is gelijk geschapen: de productie ervan is een energieverslindend proces waarvoor grote hoeveelheden elektriciteit nodig zijn. Dat kan met zonne- of windenergie, wat resulteert in groene ‘hernieuwbare’ waterstof. Maar wanneer er fossiele brandstoffen aan te pas komen, is de waterstof een stuk minder duurzaam. Dit noemen we ‘grijze’ of ‘blauwe’ waterstof.
Om de broeikasgasuitstoot zo snel mogelijk om laag te brengen, wordt er onderhandeld over een wet die de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie moet verdubbelen. Hiervoor wil Europa dus vooral meer ‘groene’ waterstof. Maar heel lang was niet duidelijk of groene waterstof ook nog ‘groen’ zou zijn als er voor een klein deel van de productie toch nog fossiele brandstoffen gebruikt zouden worden. En is waterstof uit kernenergie ook groen?
Toch ruimte voor kernenergie
Belangrijke details, die er al toe leidden dat de onderhandelingen eerder werden gestaakt. Maar nu komt de Europese Commissie met duidelijkheid. Hierbij is het belangrijkste idee het ‘aanvullingsprincipe’. Dit betekent dat waterstofinstallaties alleen mogen worden aangesloten op nieuwgebouwde installaties voor groene stroom. Dit moet voorkomen dat waterstof te veel schaarse zonne- en windenergie inpikt en de prijzen omhoogschieten. Om dit te bereiken, moet de hoeveelheid opgewekte waterstof elk uur moet worden afgestemd op de hoeveelheid opgewekte groene elektriciteit.
Maar, deze regel gaat pas gelden in 2030. Tot die tijd zal de afstemming slechts maandelijks worden beoordeeld. Dit houdt in dat er voorlopig nog gewoon fossiele brandstof gebruikt mag worden om ‘groene’ waterstof te produceren wanneer er niet voldoende hernieuwbare elektriciteit voorhanden is. Aan het eind van de maand moet dan wel eenzelfde hoeveelheid groene stroom aan het net worden teruggeleverd. De Commissie wil zo de opkomende Europese waterstofindustrie voldoende tijd te geven om van de grond te komen.
Daarnaast kwam Frankrijk op het laatste moment als winnaar uit de bus. Omdat hier de meeste elektriciteit al koolstofarm opgewekt wordt – vooral uit kernenergie – mogen zij afwijken van het aanvullingsprincipe. Dit betekent dat zij geen nieuwe installaties hoeven te bouwen voor het opwekken van hernieuwbare energie, maar hun kerncentrales mogen gebruiken. Voor veel andere landen is dit geen optie omdat de bouw van kerncentrales tijdrovend en zeer kostbaar is.
‘Gouden standaard voor greenwashing‘
De nieuwe regels leidden tot grote teleurstelling onder activisten. Zij vinden de startdatum van 2030 voor het uur-tot-uur aanvullingsprincipe niet snel genoeg. Ook wordt de gemaakte aanpassing voor Franse kernenergie bekritiseert, omdat deze zo toch als duurzaam kan worden bestempeld. Bij de opwekking van kernenergie komt weliswaar geen CO2 vrij, maar het afval blijkt nog duizenden jaren radioactief.
“Het plan van de Europese Commissie om zogenaamd ‘groene’ waterstof te maken met elektriciteit uit fossiele gas- of steenkoolcentrales is zonder twijfel de gouden standaard van greenwashing,” zei Dominic Eagleton, senior campaigner gas bij Global Witness.
Geen ‘harde nee’
Voordat de nieuwe regels in werking treden, moeten ze nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad van Ministers, waarin alle EU-lidstaten vertegenwoordigd zijn. Zij hebben twee maanden de tijd het voorstel onder de loep te nemen.
Overigens hebben zij niet veel keus, aangezien beiden de voorgestelde regels alleen volledig kunnen afkeuren maar niet mogen wijzigen. De regels zijn snel nodig en dus lijkt een harde ‘nee’ onwaarschijnlijk, zowel in het Parlement als de Raad.