Het geld wordt vrijgemaakt om de innovatieve batterijtechnologie en -productie op te schalen, gesteund door een garantie van de Europese Commissie. Ook Europarlementariërs uiten hun tevredenheid. Veel enthousiasme dus, maar waarom wordt deze investering zo rijk gesteund?
Een batterij heeft een plus- (kathode) en een minlaag (anode). De minlaag is waar stroom de batterij binnenkomt. Voor de productie van deze anodes maakt batterijen-fabrikant LeydenJar gebruik van ander materiaal: silicium. De grondstof hiervoor komt erg veel voor: zand. En dus kan de productielijn flink opgeschaald worden. Naast het laboratorium in Leiden, zal er dan ook een fabriek van LeydenJar komen in de provincie Noord-Brabant.
De bouw van deze fabriek, die bij zal dragen aan de lokale werkgelegenheid, moet uiterlijk in 2026 volledig operationeel zijn. Het doel van deze fabriek is om silicium anodes op industriële schaal te produceren, waardoor de kosten van batterijen omlaag kunnen gaan. In de ogen van Kris Peeters, van de Europese Investeringsbank, is dat ‘’alleen maar goed nieuws’’ voor de Europese batterijen-industrie.
‘’Dit is nu één startend bedrijf, maar ik hoop dat in heel Europa bedrijven batterijen zullen gaan maken’’, zegt Toine Manders. ‘’We moeten er overigens ook voor zorgen dat we niet continu de wereld rond moeten voor grondstoffen om batterijen te produceren. Dat betekent concreet dat dus het ontwerp, de productie, het gebruik en de recycling van batterijen in Europa moet gebeuren. Zo kunnen we op een zelfvoorzienende manier de toekomst in.’’
Elke week maakt Brusselse Nieuwe een video over het Europese nieuws
