Internationale Schaatsbond en Europese Commissie botsen over EU-mededingingsregels

Het Europees Hof wil dat de Gerecht van de EU opnieuw beoordeelt of de regels van de Internationale Schaatsbond de concurrentie op de interne markt verstoren.

3 min. leestijd
legs women athletes speed skaters in mass start competition

Sportbonden hebben een regelgevende bevoegdheid en voeren tegelijkertijd economische activiteiten uit. Daardoor ontstaan belangenconflicten. Als een schaatser meedoet aan wedstrijden die door een andere sportbond worden georganiseerd dan waar hij/zij lid van is, loopt die laatste sportbond mogelijk inkomsten mis. Om dat te voorkomen staan de regels van de Internationale Schaatsbond (ISU) toe dat de bond schaatsers kan straffen wanneer zij deelnemen aan wedstrijden die de ISU niet zelf organiseert. Maar de Europese Commissie verklaarde in 2017 dat dat in strijd is met de EU-mededingingsregels.

De ISU vocht het besluit in 2020 aan bij het Gerecht van de EU, de op één na hoogste rechtbank van Europa, en verloor de zaak. Maar daar liet de ISU het niet bij zitten, en stapte in hoger beroep naar het Europees Hof. Daar stelt advocaat-generaal Athanasios Rantos van het Hof nu dat een entiteit die zowel als regelgever en als organisator van sportevenementen optreedt, op zich het EU-mededingingsrecht niet schendt. Hij stuurt de zaak nu opnieuw terug naar het Gerecht.

Niet over één nacht ijs

De Internationale Schaatsbond is het internationale bestuursorgaan voor wedstrijden kunstschaatsen, synchroonschaatsen, langebaanschaatsen en shorttrackschaatsen. De bond werd in 1892 opgericht. Dat gebeurde in het Nederlandse Scheveningen. De nationale schaatsbonden van Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden sloegen de handen ineen om internationale regels op te stellen voor de vormen van schaatsen die zij bestuurt, en om internationale wedstrijden te organiseren. Eén van die bonden was de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB).

Het waren twee Nederlandse schaatsers die ervoor zorgden dat de Europese Commissie een mededingingsonderzoek naar de ISU instelde: Mark Tuitert en Niels Kerstholt. De twee dienden een klacht in, omdat zij vanwege de regels van de ISU niet mochten deelnemen aan schaatswedstrijden die door een Zuid-Koreaans bedrijf werden georganiseerd. Volgens de regels van de ISU mag dat niet en zouden de twee bij deelname een levenslang schaatsverbod riskeren. Volgens de ISU zou de schending van die regels de “doelen van de sport” in gevaar brengen. 

Van het kastje naar de muur

Maar advocaat-generaal Rantos van het Europees Hof oordeelt nu dat de regels van de ISU het EU-mededingingsrecht niet schenden. “Sportbonden kunnen onder bepaalde voorwaarden derde partijen de toegang tot de markt ontzeggen, zonder dat dit een inbreuk op het mededingingsrecht vormt. Wel moet de ontzegging worden gerechtvaardigd door rechtmatige doelstellingen en moeten de maatregelen van die bonden in verhouding staan tot die doelstellingen”, aldus Rantos. 

Met andere woorden, als de ISU Tuitert en Kerstholt verbiedt om deel te nemen aan de wedstrijden van het Zuid-Koreaanse bedrijf, moet de ISU wel duidelijk motiveren waarom dat een gevaar is voor de “doelen van de sport.” Rantos verwijst de zaak nu terug naar het Gerecht van de EU, die opnieuw zal moeten beoordelen of dat het geval is en of de ISU de EU-mededingingsregels daadwerkelijk schendt met haar regels.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie