Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra ontving zijn Litouwse collega Gabrielius Landsbergis in Den Haag. “De belangrijkste onderwerpen die we bespraken waren de naderende NAVO-top in Vilnius en de oorlog in Oekraïne” schrijft Hoekstra op Twitter. “De oorlog komt dichtbij voor de Litouwers, door hun geschiedenis en geografische ligging.”
Verder wil Hoekstra Litouwen bedanken voor de gastvrijheid die onze militairen genieten in dat land. Sinds 2017 zijn die daar gestationeerd om mee de NAVO-grens te beschermen. “Litouwen staat er niet alleen voor. We staan schouder aan schouder”, aldus Hoekstra.
Op 11 en 12 juli zullen de regeringsleiders van de NAVO-landen samenzitten in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Daarbij zal het onder meer gaan over de vraag of de NAVO-richtlijn, die stelt dat twee procent van het bbp naar defensie-uitgaven moet gaan, niet moet worden veranderd van een streefdoel naar een absoluut minimum. Nederland haalt op dit moment die twee procent niet.
Oekraïens NAVO-lidmaatschap
Maar ongetwijfeld wordt de belangrijkste vraag tijdens de top: wat met de Oekraïners die van NAVO-lidmaatschap dromen? Litouwen voert in elk geval al een felle lobby voor Oekraïens NAVO-lidmaatschap. “Sommige landen denken dat Oekraïne een afnemer van veiligheidssteun zal blijven, maar het is juist andersom”, vertelt Landsbergis na afloop van zijn bezoek aan NOS. “Oekraïne heeft een van de grootste en sterkste legers van Europa. Het land in de NAVO maakt dus óns veiliger.”
Eerder liet ook secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg zijn licht over de kwestie schijnen: “Oekraïne zal lid worden van de alliantie, daarover zijn de meningen niet veranderd.” Maar volgens Stoltenberg zal Oekraïne daarvoor eerst de oorlog moeten winnen. Vervolgens moet ook het Oekraïense defensieapparaat nog aan de NAVO-standaarden worden aangepast.