Sinds de coronapandemie en de Russische invasie van Oekraïne is Brussel druk bezig om de Europese Unie onafhankelijker te maken van de rest van de wereld. Zo moet Europa van het Russisch gas af, maar ook wat betreft voedselzekerheid is er werk aan de winkel.
Dit idee blijkt breed te leven onder Europarlementariërs, die niet meer wilden wachten op een voorstel vanuit de Europese Commissie. In een opvallende stap heeft het Europees Parlement een zelf opgezet initiatiefplan over de Europese eiwitstrategie goedgekeurd.
In het voorstel wordt het belang van het vergroten van de productie en diversificatie van eiwitbronnen binnen de landbouwsector van de EU onderstreept. Momenteel wordt slechts 29 procent van de eiwitten die nodig zijn voor diervoeding in de Europese Unie geproduceerd. Dit maakt de EU sterk afhankelijk is van invoer uit derde landen.
Boeren centraal
In het voorstel pleiten Europarlementariërs voor het ophogen van de productie van plantaardige eiwitten in de EU. Dit zou kunnen helpen bij het opzetten van een circulair systeem en voordelen hebben voor het klimaat. Om dit voor elkaar te krijgen, stellen ze voor dat lidstaten het verbouwen van peulvruchten en andere eiwitrijke gewassen moeten gaan stimuleren, bijvoorbeeld met eco-regelingen en speciale fondsen. De Commissie zou daarnaast het verbouwen van eiwitrijke gewassen op braakliggend land moeten toestaan.
Verder moeten boeren centraal komen te staan in de strategie, benadrukt het voorstel. Zo moet de Europese Commissie boeren helpen om te schakelen naar veerkrachtigere en eiwitrijkere plantenrassen. Zowel voor directe menselijke consumptie als voor diervoeding. Ook moeten boeren meer zelfvoorzienend worden, aldus het voorstel. Bijvoorbeeld door meer ruimte te geven aan het gebruik van alternatieve, natuurlijke meststoffen – zoals teruggewonnen stikstof of afval uit de voedselindustrie – die chemische tegenhangers kunnen vervagen.
Meer plantaardige energie, kleinere voetafdruk
Daarnaast ziet het Europees Parlement kansen voor het verhogen van biologische energieproductie. De nevenstromen die bij het verbouwen van eiwitrijke gewassen komen kijken, zoals landbouwresten en andere afvalstromen van voedselproductie, zouden hiervoor kunnen worden gebruikt.
Europarlementariërs vragen daarnaast om meer onderzoek naar de impact en veiligheid van eiwitproductie in de EU. Ook stellen zij een vrijwillig label voor om zo de ecologische voetafdruk van voedselproducten en diervoeding te kunnen vergelijken.
Bert-Jan Ruissen, Europarlementariër voor de SGP, was medeindiener van het voorstel. “Gezonde eiwitten zijn essentieel voor ons voedselsysteem. Maar Nederland en andere EU-landen zijn te afhankelijk van import vanuit andere continenten. We roepen de EU daarom op zelf meer eiwitrijk voedsel te produceren.” Ook stelt hij blij te zijn dat “zowel plantaardige als dierlijke eiwitten een belangrijke plek hebben gekregen, want die gaan hand in hand.”
Krachtig signaal
Hoewel het gedane voorstel niet bindend is, geeft het wel een krachtig signaal af aan de Europese Commissie. Die zijn namelijk al een tijdje bezig met het ontwerpen van een nieuwe eiwitstrategie, die in 2024 gepresenteerd moet worden.
Al in 2022 erkenden de EU-leiders het belang van het vergroten van de productie van plantaardige proteïnen om de voedselzekerheid te verbeteren. De nu nog op de tekentafel liggende eiwitstrategie is daarnaast al de zesde op rij, in minder dan een decennium. Dat het Europees Parlement nu zelf het initiatief neemt, lijkt dan ook een voorbode van serieuze verandering.