Column Cijfers en feiten | Nederlandse pensioenen op orde, maar Europese risico’s

Elke week schrijft oud-hoofdeconoom van de Sociaal Economische Raad (SER) Marko Bos voor Brusselse Nieuwe een column over financiële zaken.

3 min. leestijd
Bron foto: iStock

Europa vergrijst, in hoog tempo. En dat heeft belangrijke gevolgen voor de arbeidsmarkt, zorg en pensioenen. Per gepensioneerde zijn er steeds minder werkenden. Ook Nederland vergrijst, maar minder snel dan andere Europese landen. Bovendien heeft ons land een stevige buffer opgebouwd, in de vorm van grote pensioenvermogens. Deze bedragen inmiddels anderhalf maal het nationaal inkomen. Veel meer dan elders in Europa, met uitzondering van Denemarken.

Ouderen met een arbeidsverleden (je moet gewerkt hebben) ontvangen in ons land meestal naast hun AOW – dat op basis van omslag wordt gefinancierd – een kapitaal-gedekte pensioenuitkering. Dat is veel beter geregeld dan bijvoorbeeld in Duitsland, waar 65-plussers door magere pensioenuitkeringen een groot risico op armoede lopen. Die goede pensioenvoorziening willen wij graag overeind houden. 

Grensoverschrijdende risico’s

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) denkt niet dat dat louter een nationale kwestie is. Hij waarschuwt in zijn rapport ‘Europese vergrijzing in het vizier’ – waaraan bovenstaande grafiek is ontleend – voor grensoverschrijdende vergrijzingsrisico’s. De WRR onderscheidt vier risico’s voor Europa en Nederland, die kunnen voortvloeien uit oplopende pensioen- en zorgkosten en onvoldoende hervormingen in de lidstaten op dat vlak.

De risico’s zijn: economische stagnatie en divergentie; hoge staatsschulden die kunnen leiden tot financiële instabiliteit; hogere inflatie die de waarde van pensioenbesparingen uitholt en economische onzekerheid vergroot; tot slot oplopende maatschappelijke onvrede en politieke spanningen, binnen én tussen lidstaten.

Eigen samenleving

Het is onverstandig om dergelijke risico’s in andere lidstaten maar op hun beloop te laten. Daarmee zou je niet alleen de toekomst van de EU op het spel zetten, maar ook via handels- en financiële kanalen dergelijke risico’s in eigen land importeren. Nederland is nu eenmaal nauw verweven met andere EU-landen.

Onze welvaart hangt sterk af van een sterke Unie en economisch florerende lidstaten. Uiteraard is het verstandig om ons nationaal effectief te beschermen tegen mogelijk negatieve gevolgen van Europese vergrijzing. Dat begint met het meer vergrijzingsbestendig maken van de eigen samenleving en economie.

Ook op Europese agenda

Maar daarnaast raadt de WRR Nederland aan om Europees te anticiperen en te sturen. Te anticiperen door relevante ontwikkelingen goed te monitoren en samen met andere landen vergrijzings-vraagstukken op de Europese politieke agenda te zetten. En Europees sturen op een vergrijzings-bestendig sociaaleconomisch en pensioenbeleid, zoals door onafhankelijke EU-instituties op het gebied van begrotingen, vergrijzing en pensioenen te versterken.

Sturen in de EU is een kwestie van geven en nemen. Als ‘wisselgeld’ zou ons land, zo suggereert de WRR, akkoord kunnen gaan met gezamenlijke financiering van Europese publieke goederen, zoals defensie of energiezekerheid. In ruil voor begrotingsbeleid van lidstaten dat leidt tot de afbouw van schulden. Een rationele keuze, die Nederland kan verpakken als een concessie.