Toch een Nederlandse voorzitter

2 min. leestijd

Het Nederlandse Eerste Kamerlid Tiny Kox (SP) wordt voorzitter van het parlement van de Raad van Europa. Hij wordt de derde Nederlandse voorzitter. Waar eerder Esther de Lange (CDA) de verkiezingen binnen haar eigen partij verloor (van Roberta Metsola uit Malta), voor het voorzitterschap van het Europees Parlement, lijkt de benoeming van Kox een gelopen race te zijn.

De SP-senator is lange tijd partijsecretaris geweest van de Socialistische Partij en was samen met Jan Marijnissen de drijvende kracht achter de verkiezingswinst van de partij in de jaren negentig van de vorige eeuw. Kox is sinds 2003 lid van de Eerste Kamer.
Namens de Senaat woont hij sinds 2007 de vergaderingen van de Raad van Europa bij. Hij heeft verschillende kritische rapporten geschreven en was hoofd van waarnemingsmissie bij verkiezingen in Bosnië, Rusland, Georgië en Turkije. Op zijn initiatief stemde het parlement in met een speciale waarnemingsstatus, voor de Palestijnse gebieden.

Derde Nederlander

De benoeming van Kox moet in januari volgend jaar nog wel bekrachtigd worden door het parlement, waar trouwens alle Europese landen lid van zijn op Vaticaanstad en Wit-Rusland na. Maar de benoeming kan hem niet ontgaan. Hij ligt bij zowel rechts als links goed en er is een afspraak dat het voorzitterschap rouleert tussen de verschillende politieke groeperingen. Op 24 januari wordt er gestemd in de oude vergaderzaal van het Europees Parlement in Straatsburg. Als de stemming goed afloopt voor Kox, dan wordt hij na Hans de Koster (in 1978) en René van der Linden (in 2005) dus de derde Nederlandse voorzitter.


Wat is de Raad van Europa?

De Raad van Europa telt 47 leden en 6 waarnemers. Sinds de oprichting in 1949 is het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens een van de belangrijkste wapenfeiten van dit Europese samenwerkingsverband. Niet te verwarren met de Europese Raad van regeringsleiders, waarin premier Rutte met zijn 26 EU-collega’s bijeenkomt, of met de Raad van de Europese Unie waarin de vakministers van de 27 lidstaten van de Europese Unie elkaar treffen.