Kloof tussen regio’s bedreigt volgens onderzoek voortbestaan EU

Europa staat op een kritiek punt in zijn geschiedenis. De recente opkomst van eurosceptische partijen vormt een bedreiging voor het voortbestaan van het Europese project. Dit is de alarmerende conclusie van een onafhankelijk onderzoek om het cohesiebeleid van de EU te evalueren.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Het rapport is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen deskundigen en academici, opgezet door de Europese Commissie. Het benadrukt dat het cohesiebeleid van de EU dringend hervormd moet worden om de groeiende regionale ongelijkheden binnen de EU aan te pakken. Dit is ook noodzakelijk om het vertrouwen van de burgers in het “Europese project” te herstellen, zo stellen de onderzoekers.

Een van de belangrijkste bevindingen van het rapport is dat miljoenen Europeanen nog steeds in regio’s leven waar het bbp per hoofd van de bevolking lager is dan in het jaar 2000. Deze economische achteruitgang wordt voornamelijk waargenomen in landelijke gebieden waar de industrie is weggevallen. Hier zijn ook anti-EU-sentimenten het sterkst.

Verandering op komst

Om deze uitdagingen aan te pakken, pleit het rapport voor een meer doelgerichte benadering van het cohesiebeleid. Zo moet de bureaucratie in het systeem worden verminderd en moet de technische ondersteuning worden verbeterd voor aanvragers van cohesiefondsen.

Verder bevelen de onderzoekers aan om het cohesiebeleid beter te stroomlijnen met andere Europese initiatieven. Denk hierbij aan het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (de landbouwsubsidiepot van de EU).

Duik in het diepe:
Het EU-cohesiebeleid is opgericht om de ongelijkheden tussen landen en regio’s in Europa te verkleinen. Het beleid richt zich op het versterken van de economie, het verbeteren van de samenleving en het gelijker maken van de kansen voor iedereen. Daarnaast zorgt het ervoor dat belangrijke doelen van de EU, zoals het beschermen van het milieu en het bevorderen van digitale ontwikkelingen, worden behaald.

Sinds de invoering van het moderne cohesiebeleid in 1989 heeft de EU maar liefst 1040 miljard euro geïnvesteerd, waarvan 392 miljard euro afkomstig is uit de meerjarenbegroting voor de periode 2021-2027. Een aanzienlijke financiële inzet.

Noord-Nederland loopt achter

In het rapport is per regio gekeken naar verschillende factoren die ofwel leiden tot, ofwel een gevolg zijn van economische en sociale ongelijkheid. In Nederland blijkt dat vooral de noordelijke regio’s hiermee te maken hebben. Zo is het bbp per hoofd van de bevolking hier lager en bestaat er ook meer risico om terecht te komen in een “ontwikkelingsval”. Dit houdt in dat een regio moeite heeft haar economie op peil te houden.

Ook is de economie in de noordelijke regio’s gemiddeld minder hard gegroeid dan het nationale gemiddelde. Wat betreft het aantal inwoners dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting, ligt ook dit percentage het hoogst in het Noorden, namelijk in Groningen. Al is dit percentage in Noord- en Zuid-Holland ook hoger dan gemiddeld.

Ook ligt het aantal stemmen voor eurosceptische partijen in Nederland, alsmede in Frankrijk, Italië, Polen en Hongarije, erg hoog.

Europees project

Ook benadrukt het rapport dat het cohesiebeleid een cruciaal instrument is in de strijd tegen euroscepsis. Namelijk, stellen zij, wanneer mensen niet worden achtergesteld, zoeken zij minder snel toevlucht tot rechts-populistische partijen.

Een interessante conclusie in roerige politieke tijden, waarbij uiterst rechtse partijen in de aankomende Europese verkiezingen flink te lijken gaan winnen. Een reëel gevaar voor de EU, volgens de onderzoekers. Herinrichting van het cohesiebeleid is volgens hen dan ook essentieel.

Kortom, het herinrichten van het cohesiebeleid is niet alleen een kwestie van economische ontwikkeling. “We moeten in actie komen, en wel nu”, aldus professor Andrés Rodríguez-Pose van de London School of Economics, de voorzitter van de onderzoeksgroep. “Er staat iets op het spel dat al heel lang niet meer op het spel heeft gestaan, namelijk het voortbestaan van de Europese Unie zelf.”