Column Post uit Brussel | Europa in uitvoering

De komende weken legt de nieuwe Europese Commissie de laatste hand aan haar eerste voorstellen. Die gaan in de Eerste en Tweede Kamer worden behandeld. De echte uitdaging ligt bij wat er in de praktijk gebeurt in de uitvoering van EU-beleid en wetgeving. Een speciaal rapporteur in de Tweede Kamer gaat daarmee aan de slag.

3 min. leestijd

Nederlandse bedrijven en overheden moeten voldoen aan het EU afvalbeleid, de milieurapportages, het invoeren van uniforme USB-laders en de sancties tegen Rusland. In ondernemersjargon: compliance. Maar dat schuurt: ondernemingen en experts waarschuwen over een teveel aan overheidsregels voor ons concurrentievermogen, zoals blijkt uit de stapel interessante position papers van experts bij het rondetafelgesprek van de Tweede Kamer over het Draghi-Rapport.

Naast een teveel aan regels is er vaak ook sprake van slecht passend beleid. De Europese Commissie beoogt daarom ‘better regulation’ en de Tweede Kamer heeft een rapporteur EU implementatie. Uit diens mandaat: “Uitvoeringsinstanties worden door de overheid vaak pas laat of helemaal niet betrokken bij het opstellen van Europese wet- en regelgeving”, die dan te laat onduidelijk, tegenstrijdig of onuitvoerbaar blijkt.

Niet lijdzaam

Europese wetten in de praktijk brengen is in het EU-systeem de taak van de lidstaten. Daarvoor staan eerst de ministeries aan de lat en daarna gemeenten, waterschappen, of deze uitvoeringsorganisaties: het CBR, de Kamer van Koophandel of de douane. Die laten die EU-regels niet lijdzaam over zich heen komen, maar praten actief mee. Want de Europese Commissie laat zich continu adviseren door comités van experts, waarin ook Nederlanders actief zijn. Hoe dat werkt, is in de literatuur beschreven.

Een uitdaging voor de Nederlandse overheid, staat in een recent adviesrapport, is dat niet structureel wordt opgehaald wat publieke organisaties als het RIVM, de Dienst Wegverkeer of Rijkswaterstaat, aan kennis en inzichten delen met de Europese Commissie. Die daar vervolgens weer nieuw beleid van maakt.

Europese uitvoeringstoets

De komende maanden gaat Laurens Dassen als ‘rapporteur Uitvoering’ op zoek naar, zo zegt de website van de Tweede Kamer, “de grootste problemen én oplossingen als het gaat om de relatie tussen uitvoeringsinstanties en EU-beleid”. Gelukkig begint hij niet van nul. Die problemen, daar is de Tweede Kamer immers zelf ingedoken; met een parlementair onderzoek naar oorzaken van problemen bij uitvoeringsorganisaties. Maar helaas, in het eindrapport uit 2021 komt het woord Europa niet voor.

De oplossing uit het rapport “Tussen Balie en beleid” ligt ook bij werkbare EU-wetgeving voor de hand: een betere relatie tussen uitvoering en wetgever bij het maken van regels. Als de rapporteur dus het bijvoeglijk naamwoord ‘Europese’ plakt op alle aanbevelingen van de tijdelijke commissie uitvoeringorganisaties uit 2021, staat er al veel zinnigs. Een Europese invoeringstoets; structureel spreken met uitvoeringsorganisaties die aan de lat staan voor de Europese dataverordening, voor verpakkingsregels of voor EU plattelandsbeleid en hen laten delen wat zij in Brussel doen. En als allereerste aanbeveling: in de Tweede Kamer niet meer over “de uitvoering” praten zonder hun Europese rol daarbij in ogenschouw te nemen.

Praktijkprofessor Europa van de Haagse Hogeschool Mendeltje van Keulen (cartoon) was griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij kijkt regelmatig voor Brusselse Nieuwe in brievenbus van de Tweede Kamer naar de post uit Brussel. Ook de column van Mendeltje van Keulen in je mailbox ontvangen? Abonneren kan hier voor slechts 5,50 euro per maand. Daarmee levert u een bijdrage aan de onafhankelijke journalistiek en opinie over Europese zaken die Nederland raken. Aan de hand van haar columns wordt in het boek ‘Post uit Brussel – Nederlandse invloed op Europees beleid’ beschreven hoe Nederlanders (meer) invloed op Brussels beleid kunnen hebben, in elke fase van het besluitvormingsproces. Dit handboek voor Europese lobby, is hier te bestellen!