Op 23 november, de ochtend na de eclatante overwinning van Wilders’ PVV, schreef onze hoofdredacteur Bert van Slooten wat de uitslag van de verkiezingen zou kunnen betekenen voor de Nederlandse opstelling in Europa. Een combinatie PVV, NSC, BBB en VVD is zeer sceptisch over EU-uitbreiding, wil een strenger migratiebeleid, wil minder geld naar Europa, meer ‘subsidiariteit’ (lees deze Babbel) en meer ‘opt-outs’. Opt-wats?
Nog meer samenwerking
Even terug in de tijd. Op 7 februari 1992 werd het verdrag van Maastricht ondertekend. De EU was geboren en telde op dat moment twaalf lidstaten. Met het oog op nog verdergaande Europese samenwerking zouden lidstaten een deel van hun soevereiniteit afstaan.
Het Europees Parlement kreeg wetgevende macht, er zou één gemeenschappelijke munt komen (de euro) en de lidstaten zouden als een unie naar buiten treden op het vlak van defensie en buitenlandse zaken.
Wij doen niet mee!
De Britten zouden het verdrag ondertekenen op voorwaarde dat ze zelf mochten beslissen al dan niet mee te doen met de euro. Ze wilden een zogeheten ‘opt-out’, de mogelijkheid uit de regeling te stappen. Ook Denemarken wilde een uitstapregeling voor de euro en het defensie-agentschap (EDA), die de lidstaten helpt bij een efficiëntere besteding van het defensiebudget. Omdat alle lidstaten het verdrag goed moeten keuren, moesten de andere lidstaten deze opt-outs wel aanvaarden.
Het Europa van ‘meerdere snelheden’ werd geboren. Landen die op bepaalde terreinen meer integratie willen, kunnen dat binnen de EU-instellingen ook doen, terwijl een minderheid niet overal aan mee hoeft te doen. Op die manier is ook het veto van deze lidstaten te omzeilen. Een punt dat actueler zou worden door de uitbreiding van de Europese Unie.
En Nederland?
Nederland heeft nooit een opt-out bedongen. Ons land stelde zich kritisch op, maar deed wel altijd mee (als je niet meedoet, zit je overigens ook niet rond de tafel en kan je géén invloed uitoefenen). Maar het taboe rond een opt-out lijkt vandaag verdwenen. Hoever wil Nederland nog gaan in de verdiepte Europese integratie?
Omtzigt overweegt nu een Nederlandse opt-out voor het coronaherstelfonds (een fonds om EU-lidstaten te helpen met de kosten van de crisis). De leiders van landen besloten onlangs tot het verlenen van subsidies aan lidstaten, gezamenlijke schulden en Europese belastingen. Wil Nederland zo ver gaan? ‘Al dat geld naar Europa’? Of liever een opt-out?
Maar zo’n opt-out… voor afspraken die je ooit wél goedkeurde. Kan dat wel? Het kan, maar gemakkelijk is het niet. Alle lidstaten moeten namelijk akkoord gaan met jouw wens uit een Europese afspraak te stappen. Sommigen beweren dat hiervoor zelfs een verdragswijziging nodig is.
‘Wij stellen ons harder op’
En onttrek je je als land zomaar aan Europese afspraken dan word je voor het Europees Hof in Luxemburg gesleept. Dat overkomt Hongarije nu het de afspraken van de verdeling van asielzoekers over de EU-lidstaten niet respecteert.
Nederland moet zich harder opstellen in de EU “zoals Polen en Hongarije”, zei Omtzigt onlangs. Omtzigt bedoelt wellicht niet, dat hij, zoals de Hongaarse premier Orbán, Europese afspraken achteloos terzijde wil schuiven.
Nee, hij zal netjes de procedures willen volgen. Maar nu nog alle lidstaten zo ver krijgen dat ze instemmen met een Nederlandse opt-out voor het coronaherstelfonds (een afspraak die Nederland eerder wel onderschreef)? Alle lidstaten eens met het feit dat jouw land niets meer in de pot stopt?
Of er – worstcasescenario – nog een verdragswijziging uit moeten slepen? Een proces dat jaren en jaren kan duren? Zó lang dat deze politici au moment suprême (alweer: als het zover zou komen) een hoogbejaarde leeftijd hebben bereikt en door iedereen vergeten?
Kortom: eenvoudig wordt het niet, en dat is wellicht een understatement.
Tips, opmerkingen of een nieuw woord voor de Babbel in de bubbel? Schrijf naar tinne@brusselsenieuwe.nl