Interview | Sacha Brons: “Voedselbossen onmisbaar voor gezonder, onafhankelijker Europa”

Nu de problemen in de Nederlandse landbouw zich opstapelen, wint het voedselbos rap aan terrein. Brusselse Nieuwe ging daarom in gesprek met Sacha Brons, één van de jongste voortrekkers van de voedselbosbeweging. Hoe kan deze landbouwmethode, waarbij de natuur vrijuit haar gang kan gaan, bijdragen aan voedselzekerheid in Europa?

7 min. leestijd

Voedselbossen. Wie wel eens een krant openslaat of de TV aanzet, heeft ze vast wel eens voorbij zien komen. En waar velen misschien denken dat de term niet meer behelst dan een gezellige eetbare tuin, wordt het tegendeel daarvan steeds vaker beweerd door koks, maar ook wetenschappers en beleidsmakers.

Het idee is om een voedselbos, na de aanleg, zo veel mogelijk met rust te laten. Zo kan de natuur haar werk doen en ontstaat er op den duur een volledig zelfstandig ecosysteem. Vandaar ook de term ‘bos’, want dat is het. In een voedselbos groeien bomen en planten die voedselproducten zoals noten, bessen, fruit en kruiden opbrengen. Daardoor zou in voedselbossen wel eens de oplossing kunnen schuilen voor problemen waar de Nederlandse landbouw nu tegen aanloopt, zoals de stikstofcrisis, aldus de voorstanders. Nederland telt nu zo’n zeventig voedselbossen.

“Landbouw als onderdeel van de natuur” aldus Sacha Brons, masterstudent aan de Universiteit van Amsterdam. Hij zet zich naast zijn studie in voor Stichting Voedselbosbouw Nederland en Climate Cleanup, een andere stichting die via natuurlijke methodes zo veel mogelijk koolstof uit de lucht wil halen. Ook is hij bezig met het opzetten van een vak over voedselbosbouw aan diezelfde Universiteit van Amsterdam. Brusselse Nieuwe spreekt hem over zijn werk en de “voortrekkersrol” die Nederland speelt op het gebied van voedselbosbouw binnen Europa.

Koolstofoplsag

“Wat ik doe, hangt heel erg samen met wat de Europese Commissie doet op het gebied van koolstofopslag”, stelt Brons. Volgens Brussel zullen we, zelfs als we alles doen om broeikasgassen uit te bannen, altijd een klein beetje blijven uitstoten in bepaalde sectoren. Bovendien moet het overschot aan broeikasgassen dat nu al in de atmosfeer aanwezig is, teruggedraaid worden. “En daarom moeten we alles wat we niet of niet snel genoeg kunnen verminderen, opruimen.” zegt ook Brons.

De Europese Commissie wil verschillende manieren van koolstofopslag gaan stimuleren door middel van financiële prikkels. Landbouw speelt hierin een belangrijke rol, omdat de sector nu verantwoordelijk is voor meer dan tien procent van de totale broeikasgasuitstoot. Onder andere het omploegen van de grond, zoals gebruikelijk op veel boerenbedrijven, zorgt ervoor dat broeikasgassen telkens weer ontsnappen.

Droge zomers

“Het stimuleren van voedselbossen zou dus een logische stap zijn” aldus Brons. “Zo vang je namelijk heel veel vliegen in één klap: én we produceren voedsel, én we slaan broeikasgassen op, én we houden de natuur gezond.”

Ook voor de gezondheid van de Europese natuur zouden meer voedselbossen namelijk kunnen helpen, aldus Brons. Momenteel gaat het daar niet goed mee. De biodiversiteit holt achteruit en zo’n zeventig procent van alle bodems in de EU verkeert in zeer slechte staat.

“Omdat voedselbossen een zelfstandig ecosysteem vormen, zien we een even grote biodiversiteit als in natuurlijke bossen.” vertelt Brons. “Ook zorgt de grote diversiteit aan planten – en bijkomende diersoorten en bodemleven – ervoor dat regenwater beter wordt vastgehouden en de grond wordt gezuiverd.” Iets wat in de steeds drogere zomers, zeker in het zuiden van Europa, geen overbodige luxe meer is.

Van graanschuur naar zelfbestuur

Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne – en de daaropvolgende torenhoge inflatie – staat voedselzekerheid weer hoog op de Brusselse prioriteitenlijst. Ook daarbij zou voedselbosbouw een handje kunnen helpen.

“In andere Europese landen is meer ruimte voor echt grote voedselbossen”, stelt Brons. Die zouden een veel grotere variatie aan voedselproducten zoals noten, groenten en fruit kunnen gaan produceren dan nu het geval is, vertelt hij.

Waar we nu nog een groot deel van ons voedsel uit landen buiten de Europese Unie importeren, kan er dan “een groot deel van gezonde Europese bodems komen. Zonder pesticiden, kunstmest en grote machines.” Zo zou voedselbosbouw, aldus Brons, op termijn kunnen bijdragen aan meer zelfvoorzienend Europa.

Snelkookpan

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, die voedselbossen. Toch blijft de schaal waarop de voedselbosbouw nu bedreven wordt, voorlopig vooral een druppel op de hete plaat. Op Europees niveau is het nog nauwelijks begrip.

“Nederland loopt daarin flink voor. Hier staat voedselbosbouw al geregistreerd als officiële landbouwvorm”, vertelt Brons. Nederlandse voedselbossen komen daarom, anders dan in andere lidstaten, ook in aanmerking voor de Europese landbouwsubsidies. Ook is er tastbaar beleid. “Het doel van de Nederlandse overheid is om voor 2030 minimaal 25.000 hectare voedselbos aan te planten. In andere landen waar voedselbosbouw ook langzaam van de grond komt, zoals Engeland en Frankrijk, zie je daar politiek nog maar bar weinig van terug.”

Dat voedselbosbouw in Nederland serieuzer wordt genomen dan in andere EU-landen, komt doordat ons kleine boerenlandje de afgelopen jaren met veel verschillende problemen te maken kreeg. “De stikstofcrisis, maar ook de hoge grondprijs en een groot gebrek aan ruimte creëerde in Nederland een soort snelkookpansituatie”, verheldert Brons. “Er speelt heel veel op een klein oppervlak. Daarom is het belang van multifunctioneel landgebruik heel erg groot in vergelijking met andere landen.”

Cultuuromslag

Ondanks de mooie beloften die voedselbosbouw met zich meebrengen, lijkt de Europese Unie voorlopig juist af te koersen op een conservatiever landbouwbeleid. Het afgelopen jaar hebben veel groene landbouwvoorstellen, zoals het verminderen van het pesticidengebruik, het beter monitoren van de bodemgezondheid, en de natuurherstelwet, het niet (volledig) gered in het Europees Parlement. De weerstand hiertegen kwam veelal vanuit de christendemocratische EVP-fractie, waar ook het CDA in zit, momenteel de grootste fractie in het Europees Parlement.

Hun kritiek bestaat voornamelijk uit dat er onvoldoende naar boeren zou worden geluisterd. Al valt daar wel het één en ander tegenin te brengen. “Lobbyisten vanuit de agrarische industrie zijn oppermachtig in Brussel. Zij stellen vaak dat ze er staan voor de kleine man, maar verdedigen vooral het belang van grote bedrijven. En die moeten inderdaad niets hebben van een omslag naar voedselbosbouw.”

Bij Nederlandse Europarlementariërs die tegenstemden wordt er verder veelal gevreesd dat meer natuurregels ertoe zullen leiden dat Nederland “vast zal lopen”. “Maar als we doorgaan op de huidige weg, dan lopen we pas echt vast”, stelt Brons. “We gaan over de grenzen van de natuur. Maar de cultuuromslag die nodig is zowel bij consumenten als bij producenten, is enorm”, ziet Brons. “Dat is de grootste uitdaging waar we nu voor staan in Europa.”

Verbieden en belonen

Zo bekeken is voedselbosbouw nogal een aanval op het economisch model van de industriële landbouw in Europa. De nieuwe heilige graal zullen voedselbossen dan ook niet worden, ziet ook Brons. Eenjarige gewassen, zoals aardappelen en graan, teel je er tenslotte niet. “Maar het zou mooi zijn als voedselbossen een toevoeging worden aan het ‘palet’ waar de Europese boer uit kan kiezen om te verduurzamen.”

Duik in het diepe:
Voedselbosbouw is niet de enige vorm van multifunctionele landbouw waarin de natuur een grotere rol speelt. Zo bestaat er ook strokenteelt, waarin verschillende gewassen in rijen naast elkaar worden geteelt, soms met andere plantensoorten eromheen. Ook kringlooplandbouw, waarbij geen grondstoffen verloren gaan, is een voorbeeld van duurzame landbouw.

Op Europees niveau wordt momenteel gewerkt aan het opzetten van certificeringssystemen voor onder andere koolstofopslag in de landbouw en bodemgezondheid, al zal dat voorlopig wel op vrijwillige basis zijn. Er kwam dan ook veel kritiek op. Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks) noemde het voorstel eerder “tandeloos”.

Daar sluit Brons zich bij aan “Er is echt strengere regelgeving nodig die niet alleen gebruik van kunstmest en pesticiden verbiedt, maar ook de integratie van de natuur in meer ‘gangbare’ vormen van landbouw beloont of zelfs verplicht.” Ondanks dat blijft het kwantificeren van een begrip als ‘biodiversiteit’ om daar vervolgens een prijskaartje aan te hangen volgens hem erg lastig (al wordt dat wel geprobeerd, red.).

Goed voorbeeld

Hoe kunnen we dan toch vooruit komen? “Door de verbinding op te zoeken en zowel boeren als beleidsmakers te laten zien dat de natuur ook een vriend kan zijn in plaats van een vijand, worden de duurzaamheidsdoelstellingen vanzelf minder bedreigend.” aldus Brons.

“Wat ik nu met samen met Stichting Voedselbosbouw Nederland probeer, is het idee te doorbreken dat natuur en landbouw niet samengaan.” In een land als Nederland moeten we wel. En een goed voorbeeld doet volgen, zegt men wel eens.”

Ook dit nieuwe jaar begint hij dus vol goede moed. “Met ons nieuwe vak over voedselbosbouw aan de Universiteit van Amsterdam hoop ik een nieuwe generatie studenten te stimuleren om anders te kijken naar onze relatie met de natuur. Ook wat betreft zaken als voedselzekerheid en huisvesting.”

“Samenwerken met de natuur, daar kunnen we (letterlijk) de vruchten van plukken. Daar wil ik graag aan blijven bijdragen.”