Bosnië en Herzegovina doet zijn best om te voldoen aan de eisen van de Europese Unie om lid te kunnen worden, maar er is nog een lange weg te gaan. Dat is de conclusie van ‘Team Europe’, een delegatie van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, demissionair premier Mark Rutte en Kroatische premier Andrej Plenković na een bezoek aan het Balkanland.
De persconferentie van Team Europe leek op een ouderavond. Aan tafel drie strenge leraren en tegenover hen een onderpresterend kind. “Hij doet zijn best. En er is wat vooruitgang, maar hij moet veel meer doen om de aankomende toets succesvol af te ronden.” Von der Leyen sprak in een bijna belerende toon over de stappen die Bosnië en Herzegovina nog moet zetten.
Verbetering
Het rechtssysteem is verbeterd, geeft Von der Leyen toe, maar er moet nog van alles gedaan worden aan de rechtsstaat. Witwasserij en corruptie moeten aangepakt worden. Premier Rutte viel haar bij. Hij benadrukt het belang van een goede relatie tussen de EU en Bosnië en Herzegovina en ziet ook zelf een toekomst voor het land bij de EU. Maar, waarschuwt onze premier, toetreding kan pas als aan alle eisen is voldaan. “Nu zien we dat er nog steeds veel werk nodig is”.
In december vorig jaar bespraken EU-leiders nog de voortgang van Bosnië en Herzegovina. In maart praten ze weer verder.