Europarlementariërs Jeroen Lenaers (CDA) en Sophie in ‘t Veld (D66) hebben goede hoop voor hun aanbevelingen over het gebruik van spionagesoftware in Europese lidstaten. Donderdag stemt het Europees Parlement hierover. Ze verwachten een ruime meerderheid te behalen. 

Toen bekend werd dat nationale overheden spionagesoftware te pas en te onpas gebruikten, kwam er een tijdelijke onderzoekscommissie in het Europees Parlement. Die kreeg de naam PEGA, naar de software ‘Pegasus‘, die gebruikt wordt in bijvoorbeeld Hongarije, Finland en Duitsland. De onderzoekscommissie deed onderzoek naar het illegale gebruik van deze software. Geheime diensten of politiediensten mogen deze software gebruiken, maar sommige nationale overheden maakten hiervan gebruik om oppositieleden en journalisten te bespieden. 

Blijvende steun

Met de stemming van donderdag komt een einde aan de werkzaamheden van de tijdelijke onderzoekscommissie. Maar het werk van het Europees Parlement zit er nog lang niet op, denkt In ‘t Veld. “Ik verwacht dat een heleboel hoofdsteden opgelucht zullen zijn”, zegt ze. Het onderzoek van deze onderzoekscommissie zit er immers op. De opluchting is volgens In ‘t Veld echter iets te hoopvol. “We blijven druk zetten op regeringen en we blijven journalisten, advocaten en ngo’s steunen.”

Ook de Europese Commissie is er nog niet vanaf. Volgens Lenaers ligt de bal nu in hun kamp. Het is immers de taak van de Commissie om de rechtsstaat en Europese waarden te garanderen. 

Polen

Lenaers is ervan overtuigd dat ze op het goede spoor zitten. Hij verwijst naar nieuwsberichten uit Polen waarin gesuggereerd wordt dat Lenaers banden zou hebben met de Russische president Poetin. Dit om hem en het onderzoek van de commissie Pegasus in diskrediet te brengen.

“Dit laat zien dat we de juiste stap zetten”, zegt Lenaers. “Landen die de spionagesoftware gebruiken, worden nerveus”, zegt hij glimlachend tijdens een persconferentie in Straatsburg.