Europa en landbouw: voor SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen vormen ze de rode draad doorheen zijn carrière. Na een studie aan de universiteit van Wageningen, zal hij uiteindelijk aan de slag gaan als beleidsmedewerker in het Europees Parlement en het ministerie van Landbouw. “Mijn roots liggen op het platteland. Ik ben opgegroeid tussen de boeren in Zeeland. Ook was mijn vader een hobbyboer met drie hectaren grond”, vertelt Ruissen.
In 2019 schopt hij het zelf tot Europarlementariër, waar hij zich volop stort op het landbouwbeleid. En dat smaakt naar meer, maar als we de peilingen mogen geloven, wordt het een taaie campagne.
Ruissen wilde naar Brussel omdat hij een rits regels en eisen over de landbouwsector zag gaan: “Het is deels terecht dat de sector duurzamer wordt. Maar ik zag wel dat de EU de sector aan alle kanten overvraagt. De eisen namen alleen maar toe, terwijl de vergoeding voor de boer te wensen overlaat.”
Verplichte minimumprijzen
Volgens Ruissen is de Brusselse bemoeizucht zeker onder Eurocommissaris Frans Timermans te ver doorgeslagen. “Het was hoog tijd om weer realisme in het landbouwbeleid te brengen.”
Maar is dat vijf jaar later ook gelukt? Hij spreekt van een mooi begin. Het belang van voedselzekerheid kwam hoger op de Brusselse agenda te staan en er zijn een aantal “gezonde correcties” gekomen op het beleid.
Maar het trotst is Ruissen op het feit dat de natuurherstelwet vooralsnog de koelkast ingaat. “Mede op ons initiatief. Zeker voor het landelijk gebied in Nederland was de natuurherstelwet een drama.”
Abonneer je nu op de nieuwsbrief Landbouw & Visserij
In zijn volgende mandaat wil hij het Europese landbouwbeleid terugbrengen naar sturing op de hoofdlijnen: “We moeten realistische doelen stellen waarbij je de boer ruimte geeft om op zijn eigen manier invulling hieraan te geven. Het moet afgelopen zijn met al die dwaze regels.”
Concreet wil Ruissen onder meer wettelijk regelen dat als supermarkten via keurmerken eisen stellen aan boeren, dat ze dan minimaal de kostprijs moeten betalen aan de boer. Daarnaast wil hij Europese subsidies inzetten voor het ondersteunen van de zogeheten ‘precieslandbouw’, dit is hoogtechnologische landbouw die met gps, sensoren in de grond of drones een groot deel van het werkt automatiseert.
“Adema heeft onvoldoende gedaan”
Verder stelt Ruissen zich vragen bij de haalbaarheid van de Green Deal. Hij wilt dat er een evaluatie komt van de CO2-reductiedoelen. Zoals die er nu voorstaan zal het nog “knap lastig” worden om ze te halen. Nieuwe doelen mogen van Ruissen dan ook niet meer juridisch bindend worden. “Want als het uiteindelijk praktisch onhaalbaar blijkt, zet je jezelf juridisch helemaal klem. Met alle noodgrepen van dien.”
Daarnaast is hij niet tevreden over de kabinetsaanpak bij het intrekken van de mestderogatie. De Europese Commissie kondigde aan dat een Nederlandse vrijstelling om meer mest te mogen uitrijden dan toegestaan, van tafel gaat. “Adema heeft er wel aan getrokken, maar onvoldoende. Er dreigt straks een sanering van 40 tot 50 procent van de melkveehouderijen. We mogen ons niet neerleggen bij deze gigantische consequenties.” Ruissen roept de Europese Commissie dringend op om de derogatie met twee jaar te verlengen.
Tot slot: wat is de grootste Europese nachtmerrie van Ruissen? “De terugkeer van Timmermans (lacht). Neen, mijn grootste nachtmerrie is dat een groot deel van onze landbouw wordt weggesaneerd. We moeten zuinig zijn op onze boeren.”