In een urenlang debat over de aanstaande Europese top kwam de worsteling van het kabinet met zijn Europese agenda duidelijk naar voren. Premier Schoof verdedigde de soms tegenstrijdige posities van zijn kabinet op het gebied van migratie, economisch beleid en institutionele hervormingen.
Geen verdragswijziging voor de opt-out
De felste discussie ontstond rond het Nederlandse migratiebeleid. Schoof probeert de eerder aangekondigde ‘opt-out’ voor het Europese asielbeleid te verdedigen, maar raakt verstrikt in tegenstrijdigheden. “We wilden een signaal afgeven”, stelt de premier, “maar onze prioriteit ligt bij de uitvoering van het Europese migratiepact.”
Deze uitleg zorgt voor kritische vragen van zowel oppositie- als coalitiepartijen. Kamerlid Dassen (Volt) noemt het “een wanvertoning” en beschuldigt het kabinet ervan de kiezer een rad voor ogen te draaien. CDA’er Bontenbal suggereert zelfs om de opt-out-discussie volledig te laten varen. “Het klusje is geklaard; het briefje is verstuurd. Kunnen we gewoon afspreken dat Nederland vanaf nu het hier niet meer over heeft in allerlei relaties?”
Om de Nederlands opt-out te beklinken is een Europese verdragswijziging nodig. Maar tijdens het Kamerdebat maakt Schoof duidelijk hier niets voor te voelen: “Het is nooit de bedoeling van de Nederlandse regering geweest om zelfstandig naar een verdragswijziging te koersen.”
“Dit is toch de stupiditeit van deze hele coalitie in drie zinnen samengevat?”
De discussie over verdragswijzigingen leidt tot een verhit debat. De spanning loopt op tijdens een interactie tussen Klaver (GroenLinks/PvdA) en Kahraman (NSC) over een mogelijke motie die oproept een conferentie voor een verdragswijziging te starten.
Klaver: “Dit is toch de stupiditeit van deze hele coalitie in drie zinnen samengevat? ‘Wij willen graag een opt-out. Daar is een verdragswijziging voor nodig. Maar de rest moet zijn mond houden!'” Met “de rest” doelt Klaver op andere EU-lidstaten die bij een verdragswijziging ook hun wensen op tafel zouden leggen.
Hij vervolgt kritisch: “Hoe denken jullie dat het in Europa werkt? Denken jullie dat je naar Brussel kan gaan om te zeggen ‘wij willen dit’ en dat alle andere lidstaten dan zeggen: ‘Dat is goed. Dat krijgt u van ons. We hoeven niet te onderhandelen’?”
Rapport-Draghi
De Europese top staat ook in het teken van het sputterende Europese concurrentievermogen. Over het rapport-Draghi, gericht op het versterken van de Europese industrie, toont Schoof zich positief. “De bedoeling om Europa echt weer een positie te geven als concurrerende industriële grootmacht naast Amerika en naast China, wordt door dit kabinet volledig ondersteund,” zegt hij.
Schoof herhaalt ook de steun van het kabinet voor de verdieping van de Europese kapitaalmarktunie. Deze unie zou de financiële markten van de lidstaten beter integreren, wat kan leiden tot meer investeringsmogelijkheden voor bedrijven en spaarders. Op aandringen van Kamerlid Dassen (Volt) zegt de premier toe open te staan voor het vormen van een ‘kopgroep’ van landen om hier sneller vooruitgang in te boeken. De onderhandelingen over de kapitaalmarktunie duren langer dan gewenst. In zo’n kopgroep kunnen de meest ambitieuze landen alvast een eigen unie vormen in afwachting van een breder Europees compromis.