Babbel in de bubbel | Een opt-out? Eerst een ‘verdragswijziging’ nodig

In de rubriek ‘Babbel in de bubbel’ schrijft Tinne Horemans, eindredacteur van Brusselse Nieuwe, om de week over mistige woorden, ingewikkelde begrippen en curieuze fenomenen in de Brusselse bubbel.

3 min. leestijd
Bron foto: iStock

Nederland wil een ‘opt-out’ of ‘uitstapmogelijkheid’ op Europees asiel- en migratiebeleid, staat in het regeerakkoord. Een ‘opt-out’ betekent dat een land op een specifiek EU-terrein even ‘uit’ de EU ‘kan stappen’ als het ware, en niet mee hoeft te doen. Denemarken, Polen en Ierland zijn landen met zo’n opt-out.

Enkel tijdens een ‘verdragswijziging’

Denemarken verkreeg een opt-out voor het Europese defensiebeleid, iets waar de Denen na de Russische inval in Oekraïne overigens spijt van kregen. Ze vonden die opt-out plots “niet meer zo handig.” Want “we kunnen nu niet meepraten over gemeenschappelijke militaire wapens.”

Dat kunnen de Denen ook niet als het over asiel en migratie gaat. Tijdens de onderhandeling over het Verdrag van Maastricht in 1992 bedongen ze niet alleen een opt-out voor defensie, maar ook voor Europees migratiebeleid. “Oké, oké, we ondertekenen”, zeiden de Denen, “maar op één voorwaarde: we doen niet mee met de euro, defensie en migratie.”

Die voorwaarde stellen, deden ze precies op het goede moment, want een opt-out bedingen kan enkel tijdens een zogeheten ‘verdragswijziging’.

Wanneer?

De EU is gebaseerd op het principe van de rechtsstaat. Dat betekent dat de EU-instellingen zich bewegen binnen de krijtlijnen die in de EU-verdragen zijn uitgetekend. In deze verdragen staan de spelregels en doelstellingen van de EU. Elk verdrag is door alle lidstaten democratisch goedgekeurd.

Het verdrag van Maastricht (1992) gaf het Europees Parlement meer invloed op het wetgevend proces en schiep nieuwe vormen van samenwerking tussen de lidstaten, bijvoorbeeld op het vlak van migratie en defensie. Ook werd de invoering van de euro voorbereid. “Ho!”, zeiden de Denen toen. “Zo veel samenwerking? Dat willen we niet”.

In de loop der tijd werden die verdragen meermaals aangepast. De laatste keer gebeurde dat in 2007, in Lissabon, vandaar: ‘het verdrag van Lissabon’. Doel? De EU moest democratischer en efficiënter worden. Het Europees Parlement kreeg nog meer slagkracht, het ‘burgerinitiatief’ werd gelanceerd (lees deze Babbel), er kwam een permanente voorzitter van de Europese Raad (vandaag Charles Michel) en een EU-buitenlandchef (vandaag Josep Borrell).

Tussen 1952 (EGKS) en 2007 (‘Lissabon) zijn er 19 verdragen gesloten tussen een steeds groter aantal lidstaten.

Duivels dilemma

In het verleden werden de verdragen aangepast of ‘opengebroken’ om de EU efficiënter en democratischer te maken, meer samenwerking te creëren of bij de toetreding van nieuwe landen, staat er op de officiële website van de EU. Een opt-out voor migratie in ruil voor een nog hechtere EU, met nog meer landen?

Voor wie dacht, dat is vast een duivels dilemma voor de PVV, vergist zich. “We gaan het gewoon doen, punt’’, aldus de beoogd minister voor Asiel en migratie, Marjolein Faber (PVV).