Europa’s interne markt dreigt Europese industrie de nek om te draaien

3 min. leestijd
(Foto: Enrico Letta, bron: Council of EU Newsroom)

De Europese interne markt piept en kraakt. Het ambitieuze project van Commissievoorzitter Jacques Delors moest in 1992 korte metten maken met de economische barrières tussen lidstaten. Drie decennia later verkeert de Europese industrie in zwaar weer doordat de interne markt in heel wat cruciale sectoren zoals energie, telecom en financiering nog steeds zo goed als onbestaande is. Dat concludeert de Italiaanse oud-premier Enrico Letta, die op vraag van de Europese Raad een 150 pagina’s tellend rapport over de toekomst van de interne markt schreef. 

“Gezien de aanhoudende crises moeten we nu ingrijpen”, schrijft Letta. “De kans om de Europese economie nieuw leven in te blazen dreigt te verdwijnen in de toekomst.” 

Een vergelijking met de Verenigde Staten spreekt boekdelen. Waar het bbp per inwoner in de VS met 60 procent steeg tussen 1993 en 2022, steeg het Europese bbp maar met de helft. Met een woest aantrekkelijk Amerikaans subsidiepakket voor groene bedrijven, werd het Amerikaanse vestigingsklimaat de laatste jaren enkel aantrekkelijker voor bedrijven. 

Bergen onbenut spaargeld

Letta maakt zich met name zorgen over de gefragmenteerde Europese kapitaalmarkt. Zo hebben lidstaten nog altijd eigen beurzen en toezichthouders. Door de financiële barrières is het voor bedrijven moeilijk om private financiering buiten de bank om uit andere lidstaten aan te trekken. En aangezien we de groene en digitale transitie met overheidsgeld alleen niet kunnen betalen, is dat een probleem.

Toch is er aan privaat kapitaal geen gebrek in de EU. In totaal tellen alle Europese spaarrekeningen samen zo’n 33 biljoen euro; geld dat moeilijk doorvloeit naar investeringen in Europese bedrijven. Meer nog: jaarlijks vertrekt er 300 miljard euro aan Europees spaargeld naar de VS via investeringen in Amerikaanse bedrijven. Die gebruiken dat geld op hun beurt om Europese bedrijven te beconcurreren. 

Een Spaar- en Investeringsunie binnen de EU moet soelaas bieden, stelt Letta. Het idee ruikt verdacht veel naar de Europese kapitaalmarktunie, een plan waar Brussel nu al een decennium over onderhandelt. Om alle kapitaalmarkten gelijk te trekken, moet ook al het vennootschapsrecht en alle belastingregels worden eengemaakt. En dat ligt gevoelig bij lidstaten. 

Staatssteunpot

Verder schrijft Letta dat Europa weerwoord moeten bieden aan de royale Amerikaanse en Chinese subsidies, door met een eigen regeling te komen. Maar met te soepele Europese staatssteunregels, vreest Nederland om in een subsidierace te belanden, waarin kleinere lidstaten het moeten afleggen tegen de grote Europese industrieën, met diepere zakken. 

Abonneer je nu op de nieuwsbrief De week van de euro

Letta ziet hetzelfde probleem. Hij adviseert daarom om binnen de EU de staatssteunregels strenger te handhaven, maar tegelijkertijd een nieuwe Europese pot op te richten. Alle lidstaten dragen daaraan bij en vervolgens financiert dit fonds industrieën die van strategisch belang zijn voor de EU. 

Burgerfora

Een andere hersenspinsel van Letta om voor meer samenhang binnen de interne markt te zorgen: vaker Europese verordeningen gebruiken in plaats van richtlijnen. Lidstaten moeten een Europese wet ofwel nauwgezet uitvoeren (verordening) of ze krijgen een doel waarvoor ze zelf nationale wetgeving mogen uitwerken (richtlijn). Richtlijnen zorgen echter voor een wirwar aan regels tussen lidstaten, wat extra bureaucratie voor bedrijven met zich meebrengt. 

Ook wil Letta de Europeaan via burgerfora vaker betrekken bij Europese besluitvorming. Tot slot moet er naast het vrije verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten ook een vijfde pijler van de Europese interne markt komen: vrij verkeer van innovatie, onderzoek, ontwikkeling en data.