Wat doe je met EU-jargon? Omzeil je het? Of leg je het simpelweg goed uit? Wellicht ligt het antwoord in het midden. Behoud enkel wat onvermijdelijk is, en leg dat goed uit.
Onlangs kwam op Brusselse Nieuwe zo’n hier-kan-je-niet-omheen-EU-woord voorbij, de ‘passerelle clausule’. Op gevoelige domeinen als EU-buitenlandbeleid en sancties geldt in de Raad het vetorecht. Landen maken hier steeds vaker misbruik van – denk aan Hongarije – wat een daadkrachtig besluitvormingsproces bemoeilijkt. Met EU-uitbreiding voor de deur, gaan daarom steeds meer stemmen op om dit recht af te schaffen. Probleem: je moet de Europese verdragen hervormen, en dat is omslachtig.
Handen in het haar
En mogelijke oplossing? De ‘passerelle clausule’. Een afzonderlijke bepaling die op gevoelige domeinen stemming met een ‘gekwalificeerde meerderheid’ (lees deze Babbel) mogelijk maakt, zonder de verdragen te hervormen. Al duikt hier een nieuw obstakel op: ook hiervoor is de goedkeuring van alle lidstaten nodig. Omzeiling van het vetorecht kan dus, maar, aangezien je de Europese verdragen niet hervormt, omzeil je ook de officiële regels. ‘Een geitenpaadje’, vatte onze redacteur het kernachtig samen. Een manier om via een omweg, niet helemaal zoals het hoort, toch je doel te bereiken. Helder. Zo zou Rutte het overigens ook noemen.
Maar ik had nog mijn twijfels over iets anders: het woord zélf. Ik zocht ‘passerel’ in de Van Dale en wat bleek? Dit eigenaardige bijvoeglijke naamwoord – rijmend op ‘parallel’ – bestaat helemaal niet. Het zelfstandig naamwoord, een passerelle, daarentegen wel. Betekenis? “Een smalle loopbrug, enkel voor voetgangers”. Hé, dat heeft iets van een geitenpaadje!
Omdat het dus niet om een bijvoeglijk naamwoord, maar een zelfstandig naamwoord gaat, wordt het geheel in het Nederlands één – en nog merkwaardiger – woord: ‘passerelleclausule’. Streepje mag. In het Engels blijven dit twee afzonderlijke woorden, maar ook daar weten ze zich kennelijk geen raad met het eerste (oorspronkelijk Franse) woord en maken ze het cursief (wat een taal doet met woorden die nog vreemd aanvoelen): passerelle clause. En op de website van Agence Europe zitten ze helemaal met de handen in het haar, daar noemen ze het fenomeen: “passerelle” clause.
Letterlijk en figuurlijk
Na een korte rondvraag ontdekte ik al snel: over mijn onwetendheid hoef ik me niet te schamen. Buiten de Brusselse bubbel is ‘een passerelle’ nagenoeg onbekend. In de bubbel bleek het – niet tot mijn verbazing, hoor – vol te zitten met passerelles. Neem bijvoorbeeld de passerelle (zo wordt deze loopbrug door Bubbelaars ook écht genoemd) tussen het oude en het nieuwe Raadsbouw in Brussel.
En naast ‘passerelle’ in ‘passerelleclausule’, wordt het woord in de bubbel ook in een andere context figuurlijk gebruikt. “Ah, de passerelle! Berucht in het Europees Parlement”, appte iemand. “Een speciaal examen om fractiemedewerkers in het Europees Parlement de EU-ambtenarij in te loodsen. Een manier om het zware examen (‘het concours’) te omzeilen.” Alweer een geitenpaadje dus.
Klare taal
So far so good. Maar moeten wij, gewone stervelingen buiten de bubbel, dit woord ook gebruiken? Is het werkelijk een hier-kan-ik-echt-niet-omheen-EU-woord? Voor dit Franse, in het Nederlands nagenoeg onbekende, ‘passerelle’ hebben we – zo blijkt – heldere alternatieven: brug, loopbrug… geitenpaadje.
Aangezien via de passerelleclausule het vetorecht omzeild kan worden, maar dit via een omweg gebeurt, niet helemaal zoals het hoort (weet je nog: zonder wijziging van de Europese verdragen), en ‘loopbrug’ niet, maar ‘geitenpad’ deze figuurlijke betekenis wel in zich vervat, pleit ik voor… ‘geitenpadclausule’. Eén woord. Streepje mag.
Tenzij ik nu nog meer verwarring creëer dan er al was.
Een woord, begrip of fenomeen voor een nieuwe Babbel in de bubbel? Zend een e-mail naar tinne@Brusselsenieuwe.nl