Hoekstra belooft: ik ga slecht nieuws niet verstoppen

4 min. leestijd

Minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken gaat er alles aan gaan doen om de Europese besluitvorming zo openbaar mogelijk te maken. In reactie op een kritisch rapport van Tweede Kamerleden die meer grip willen hebben op wat er in Brussel gebeurt, zei Hoekstra: “De Kamer en het kabinet trekken aan hetzelfde touw”.

Of het nu gaat om vertrouwelijke non-papers, geheime Brusselse onderhandelingsdocumenten of BNC-fiches waarin het kabinet de Kamer informeert over besluiten van de Europese Commissie; Hoekstra belooft: “als het even kan wil ik het speelveld schetsen”. 

Hij ging zelfs zo ver, iets te beloven waarvan politici in Den Haag doorgaans ontkennen dat het überhaupt gebeurt: “Als dingen groot zijn of politiek gevoelig, dan zal ik die niet wegmoffelen in een lange Kamerbrief”.

Debat was geen debat

Hoekstra deed zijn best een goede indruk te maken op de Tweede Kamerleden en herhaalde veelvuldig dat het thema van openbaarheid hem zeer aan het hart gaat. Mede daarom was de eerste bijeenkomst met Hoekstra over hoe het kabinet de volksvertegenwoordigers in Den Haag op de hoogte houdt van de ontwikkelingen in Brussel nauwelijks een debat te noemen. 

Dat het meer een vergadering van gelijkgestemden leek, kwam ook door bedroevend lage opkomst aan de kant van de Kamer: slechts de vier fracties van VVD, D66, CDA, Volt en het ex-CDA-lid Pieter Omtzigt hadden de moeite genomen om naar de Max van der Stoel-zaal te komen. Bij de SP was ziekte de oorzaak van de afwezigheid. “Goed dat alle 19 fracties er zijn. En ook fijn dat de publieke tribune zo goed gevuld is”, was het cynische commentaar van Omtzigt toen hij zag dat enkel hij en Marieke Koekkoek van Volt namens de oppositie tegenover drie regeringspartijen zaten. 

Zicht op de Nederlandse lobby

Kamerleden willen dat het kabinet ze eerder betrekt bij Europese discussies. Er is een gevoel van ‘ongemak’ in het parlement dat er geen zicht is op een aantal fases van de Brusselse besluitvorming. Zoals de periode voordat de Europese Commissie een formeel voorstel heeft gedaan, maar er al achter de schermen door de lidstaten wel al flink gelobbyd wordt. 

De Kamer is daar niet bij betrokken en krijgt pas formeel bericht van het kabinet als het voorstel van de Europese Commissie is gepubliceerd. Die brief heet het BNC-fiche. Maar dat is dus niet goed genoeg.

Het is een van de weinige momenten in het debat dat de Hoekstra het niet eens is met de kritiek uit de Kamer. Ten eerste vindt hij helemaal niet dat het BNC-fiche te laat naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Meestal binnen drie weken na een besluit. Dat gaat in andere lidstaten heel anders volgens hem.

Ook spreekt hij tegen dat de Tweede Kamer tijdens de fase van de informele lobby buiten spel staat: “Van sommige dingen weet je al heel lang dat het gaat komen en dat er grote implicaties zijn. Neem de klimaatvoorstellen. Dat die er aankomen heeft in alle kranten gestaan. Daar zijn talloze ministers in het voortraject op bevraagd. Dus daar weet het kabinet dondersgoed wat de gevoelens zijn in de Kamer.” Toch belooft hij dat hij de Kamer vaker expliciet zal wijzen op lopende discussies. 

Openbaarheid heeft ook grenzen

Ondanks zijn belofte van openheid, zegt Hoekstra geen gouden bergen te willen beloven. Er zijn momenten dat zaken eenvoudigweg niet in het openbaar en met medeweten van de Tweede Kamer kunnen worden besproken. Bijvoorbeeld als Nederland met een aantal lidstaten een gezamenlijke lobby opzet, dan kan het niet anders dan dat de Kamer dat soms pas na afloop hoort. Het is in het diplomatieke verkeer tussen regeringen soms nu eenmaal lastig coördineren.

Daar komt bij dat de Haagse wens voor meer openheid, in Brussel op grenzen stoot waar ook Hoekstra weinig aan kan doen: “Niet iedereen in Brussel is even zeer te spreken over het onderwerp waar we het hier vandaag over hebben”. 

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie