Europa’s rafelrand: Nederlander Dieter Staat strijdt voor schoon drinkwater. “Zonder strenge EU-regels zitten we met de troep.”

3 min. leestijd

Hoe simpel wil je ‘t hebben?
Dieter Staat, lobbyist in Brussel, heft zijn linkerhand in de lucht en maakt er een golvende beweging mee.
“Dat zijn zeg maar de bergachtige landen in de Europese Unie. Daar ontspringen rivieren, en daar maakt men zich minder druk over wat door industrieën wel of niet onderweg in het water wordt geloosd. Stroomafwaarts is het een ander verhaal. Nederland is het afvoerputje: bij ons komt het water aan en wij zijn dus het kwetsbaarst.”

In een schraal voorjaarszonnetje op een Brussels terras praat Staat, een energieke dertiger, met passie over zijn werk in dienst van de Nederlandse watersector. Al bijna zeven jaar is hij in de EU-hoofdstad lobbyist namens de vereniging van Nederlandse waterbedrijven (Vewin) en de Unie van Waterschappen.

Urgenter kan je werkterrein als lobbyist nauwelijks zijn, gezien de groeiende stroom alarmerende berichten over de waterkwaliteit in Nederland. Vorige week nog schreef NRC Handelsblad over ‘de volgende crisis’ – na de stikstofcrisis – die zich aandient: ‘Nederland riskeert een watercrisis’, aldus NRC. De kwaliteit van Nederlandse wateren, waarschuwen experts, is slecht en voldoet niet aan Europese normen, vastgelegd in de zogeheten Kaderrichtlijn Water die sinds 2000 van kracht is.

“Water is hét politieke thema van de toekomst”, zegt Staat. “De vervuiling moet nu echt worden aangepakt en we moeten ervoor zorgen dat we voldoende water beschikbaar houden.”


Coalities smeden


Nederland is voor zijn drinkwater voor bijna de helft afhankelijk van oppervlaktewater, zoals rivierwater. En om dat te beschermen, zegt Staat, zijn strenge Europese afspraken en wetten nodig. “Want anders zit Nederland met de troep.”

In de praktijk betekent het voor Staat dat hij voortdurend op zoek moet naar coalities. “Je zoekt de samenwerking op met Brusselse waterlobbyisten uit andere landen. We trekken samen als Europese koepel van waterbedrijven op, zo vergoot je je invloed in de Brusselse bubbel.”

Hij weet inmiddels hoe de hazen in Brussel lopen, na een eerdere baan als diplomaat op de Nederlandse EU-ambassade en zijn jaren als assistent van voormalig Europarlementariër Corien Wortmann (CDA).
“Het werk in het Europees Parlement was een snelkookpan, daar heb ik in korte tijd geleerd hoe Europese wetten worden gemaakt. Ik zat als broekie met mijn neus overal bovenop. En, okay, soms was ik ook gewoon de tassendrager.”

Werken in Brussel betekent “altijd aanstaan”. De avond voor het gesprek met hem is het “een latertje” geworden: een vergadering over de verwerking van afvalwater in Europa is uitgelopen tot middernacht. “Aansluitend op vergaderingen is er vaak nog borrel en diner, en dat zijn de momenten dat je cruciale informele contacten opdoet. Om zes uur ’s avonds naar huis? Nee, zo gaat dat hier niet.”

Hij prijst zich gelukkig dat zijn vriend in Oostenrijk er begrip voor heeft. “Hij is ook lobbyist. In het weekend zijn we er voor elkaar, hij komt naar mij en het weekend erna ga ik naar hem.”


Twee voor twaalf


Het verbaast hem dat er in Nederland vaak nog “naïef” wordt gedacht over de invloed van ‘Brussel’ – alsof daar wetten worden gemaakt waar Nederland geen zeggenschap in had. Terwijl EU-wetten alleen maar tot stand komen met ieders instemming, dus ook die van Nederland.

“Hier gebeurt het, in Brussel”, zegt Staat. “En het is belangrijk dat politici thuis in Nederland uitleggen welke afspraken en wetten ze in Brussel hebben gemaakt. Om klimaatverandering tegen te gaan, is samenwerken in de Europese Unie cruciaal. Zo alleen kunnen we zorgen voor voldoende schoon water, ook in de toekomst.”

Dieter Staat

Tijn Sadée is correspondent pendelend tussen Brussel en Zuidoost-Europa. Volg hem op zijn reisblog www.balkandashboard.com

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie