Column Van de Voorzitter | Denemarken is in oorlog, noodradio’s zijn uitverkocht

Sinds deze zomer is Denemarken voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Puck Wagemaker, oud-redacteur van Brusselse Nieuwe en nu werkzaam in Zuid-Denemarken, volgt het voorzitterschap van dichtbij. Deze week: hoe een reeks droneaanvallen het land in een permanente staat van paraatheid brengt – en de regering openlijk spreekt van oorlog.

4 min. leestijd
A drone flies against a bright blue sky with scattered clouds, surrounded by blurred green leaves in the foreground. aerial reconnaissance work.
Drone. (Foto: iStock).

Al weken zijn de droneaanvallen op Denemarken in het nieuws, iets wat inmiddels de orde van de dag is geworden. Maar na een recente persconferentie van de Deense defensieminister en het hoofd van de militaire inlichtingendienst, werd duidelijk dat er weinig reden is om er nog luchtig over te doen.

Want volgens de Deense inlichtingendienst richten de Russen zich op het zaaien van angst en het ondermijnen van het vertrouwen in het leger. Ze willen Denemarken laten geloven dat er een reëel oorlogsgevaar dreigt.

De conclusie van de persconferentie was dan ook helder, al klonk die ongemakkelijk: Denemarken is in oorlog. Niet een militaire oorlog, maar een hybride, waarbij het draait om een strijd om informatie, beïnvloeding en destabilisatie.

Het blijft nog steeds abstract, maar door die uitspraak is het ineens een stuk tastbaarder geworden. En om een beetje grip te krijgen op iets dat zich grotendeels buiten ons afspeelt, probeer ik mij ondertussen te wapenen tegen de Russen. Wat in de praktijk neerkomt op het eindelijk overstag gaan tot het kopen van een noodradio.

Vooral diep in de nacht, als ik wakker lig en lees over nieuwe droneaanvallen, betrap ik mezelf erop dat ik eindeloos rondstruin op obscure websites die alles verkopen wat je in huis moet hebben, voor het geval dat nodig is.

Ingeblikte makreel

Maar toen ik, na het zoveelste bericht over drones boven Denemarken, eindelijk toegaf en een noodradio wilde bestellen op zo’n prepperwebsite, was het al te laat: uitverkocht. Blijkbaar hadden alle Denen hetzelfde idee.

Met dat verlangen om wat grip te krijgen op de situatie zijn veel mensen gaan hamsteren. Naast de noodradio is het weapon of choice van de Denen ingeblikte makreel, de supermarkten kunnen de vraag nauwelijks aan.

Het is het gesprek van de dag. En als ik er in de kantine op werk over begin, eindigt het gesprek eigenlijk altijd met dezelfde conclusie en dooddoener: we leven in ‘rare tijden’. De Deense premier Mette Frederiksen is specifieker: haar doet het denken aan de periode tussen de twee wereldoorlogen – of, zoals haar justistieminister zei: de tijd na 9/11.

Ook op de informele Europese top in Kopenhagen vorige week sprak Frederiksen klare taal, terwijl ze de Europese regeringsleiders in haar thuisland ontving. Niet eerder liet ze zich zo fel uit over Rusland. “Ze bedreigen en testen ons, en ze zullen niet stoppen”, zei Frederiksen op de rode loper tegen de pers.

Zwakke plek

Toch is de klare taal van de Deense premier volgens analisten ook juist de zwakke plek van Denemarken. Het land is een van de meest uitgesproken Europese critici van Rusland en tegelijk een van de trouwste bondgenoten van Oekraïne. Maar de eigen verdediging is zwak. Die combinatie maakt Denemarken tot een logisch doelwit, of in elk geval tot een potentiële vijand in Russische ogen.

Die kwetsbaarheid werd zichtbaar tijdens de recente droneaanvallen. Deense ambtenaren gaven toe dat de drones niet konden worden gevolgd toen ze het luchtruim binnenkwamen of weer verlieten, en dat er geen luchtverdedigingssystemen zijn om ze te onderscheppen.

Voorafgaand aan de top kreeg Denemarken steun van een reeks Europese landen om de drones te weren, onder wie ook Nederland. Er is ook structurele hulp: een team van Oekraïense topdronedeskundigen helpt de Denen hun kennis op te bouwen – waarbij de rollen in de defensiehulp dit keer zijn omgedraaid.

Frederiksen wil het liefst dat de Europese ‘dronemuur’ zo snel mogelijk werkelijkheid wordt. Ook demissionair premier Schoof noemde het vanaf de rode loper tijdens de top het belangrijkste onderwerp. Het raakt aan de vraagstukken over ‘weerbaarheid’ en ‘afschrikking’, zei hij. “We moeten ons steentje bijdragen,” sloot hij af over de Nederlandse rol.

Het blijft allemaal nog wat abstract, terwijl oorlog langzaamaan juist steeds minder abstract begint te voelen. Ik refresh nog maar eens zo’n prepperwebsite; met een noodradio in huis voel ik me in elk geval iets meer paraat.

Puck Wagemaker woont en werkt in Denemarken. Ze is oud-redacteur van Brusselse Nieuwe en volgt het Deense EU-voorzitterschap van dichtbij.