Deze week markeert de eerste 100 dagen van het tiende mandaat van het Europees Parlement en het zijn dagen die voor mij, als nieuwe Europarlementariër, soms als een wervelwind voorbij zijn gegaan. Vergaderingen, debatten, kennismakingen en veel treinreizen vullen de agenda. Op papier is alles strak georganiseerd, maar ook in Europa kent de politiek onvoorspelbare wendingen en vele uiteenlopende belangen.
Hoe dat eruitziet in de praktijk? Zowel in Brussel als in Straatsburg haal ik met al die afspraken met gemak 10.000 stappen op de stappenteller. En met deze eerste kilometers die ik in de Europese politiek heb gezet, worden de contouren van mijn werk steeds duidelijker.
What do we want?
Afgelopen week stond ik samen met een groep klimaatactivisten uit Oeganda naast een groot kleurrijk spandoek met de tekst “Adaptation Finance Now”. We gingen op de foto om hun strijd tegen een vervuilende oliepijplijn te steunen. Terwijl we luidkeels scandeerden “What do we want? Climate Justice!”, werden we aangesproken door een bewaker die ons erop wees dat we in een verkeerde zone stonden en dat protesteren daar niet de bedoeling was. Mijn eerste reactie was “Hoezo niet? waarom mogen we in het parlement onze stem niet laten horen?” –een reflex van mijn jarenlange betrokkenheid bij verschillende actiegroepen. Terwijl ik daar stond, realiseerde ik me dat er niet alleen een politica in mij zit, maar ook een activist. Juist in die combinatie ligt de kracht van wat ik hier wil doen: politiek en actie gaan hand in hand. Het parlementaire werk vraagt vaak om geduld en compromissen en het Europees Parlement heeft staat niet bekend om de heel vlotte besluitvorming. Hoe meer stappen ik in de Europese politiek zet, hoe duidelijker het wordt dat het Europees Parlement wel wat meer activisme kan gebruiken. Ik ben in ieder geval van plan om zo nu en dan buiten de lijntjes te kleuren.
Fatsoenlijk werk
Of het nu klimaatactivisten zijn die protesteren tegen een vervuilende pijplijn, vakbonden uit heel Europa die actievoeren tegen de eindeloze ketens van onderaannemers en uitbuiting, of de Soedanese diaspora die de mensenrechtenschendingen en humanitaire ramp in Soedan onder de aandacht brengt. Het Europees Parlement bestaat niet alleen uit grote beleidsstukken en vergaderingen. Het gaat ook over het ontmoeten en in gesprek gaan met de mensen voor wie ik dit werk doe. Dat is essentieel om ervoor te zorgen dat we in Brussel de dagelijkse realiteit van mensen in de politiek brengen. En die realiteit is geregeld schrijnend. Met een vakbondsleden van CNV en FNV sprak ik tijdens een demonstratie over de massale uitbuiting en slechte woonomstandigheden van arbeidsmigranten, wat in mijn thuisstad Den Haag ook pijnlijk zichtbaar is. Arbeidsmigranten kunnen overal in Europa aan de slag – wat mooi is – maar dan moeten we er ook voor zorgen dat dat overal in Europa onder fatsoenlijke omstandigheden gebeurt en eerlijk wordt betaald.
Europa én Nederland
En daar is een belangrijke link tussen Europees beleid en Nederlands beleid. Als je de krantenkoppen of internetposts over Europees beleid erop naslaat, krijg je het gevoel dat er een aantal (of eigenlijk veel te veel) Europese bureaucraten in Brussel naar het systeemplafond hebben zitten staren en vervolgens gezamenlijk onder een kop koffie hebben bedacht welke Europese burgers ze nu weer eens dwars zouden gaan zitten met overbodige of veel te ingewikkelde wetgeving. Ik word daar een beetje kregelig van. Het is zo gemakkelijk om over Europese maatregelen te doen alsof we er in Nederland pas voor het eerst van horen als het op de voorpagina van de Telegraaf staat.
Uit mijn ervaring in de Tweede Kamer weet ik echter dat we daar ook meepraten en meebeslissen over die Europese regels. Alleen is er vaak te weinig tijd (of prioriteit) voor leden van de Tweede Kamer om zich in Europees beleid te verdiepen. Ik probeer daarom nauw contact te houden met mijn collega’s in de Tweede Kamer en woon af en toe een fractievergadering van onze Tweede Kamerfractie bij, zodat we zoveel mogelijk samen kunnen optrekken.
Op naar de volgende 100 dagen, waarin ik nog meer stappen ga zetten voor een sociaal, solidair en sterk Europa.