In de aanloop naar de klimaattop van de Verenigde Naties in het Schotse Glasgow reist Eurocommissaris Frans Timmermans (PvdA) deze week langs de eilanden Antigua en Barbuda in de Caraïbische zee. Deze twee en nog 37 andere eilandstaten onderhandelen als groep op de klimaattop die, na een jaar uitstel, begin november wordt gehouden.
In Glasgow proberen de deelnemende landen de afspraken uit het akkoord van Parijs in 2015 verder uit te werken. Het gaat dan om beloftes de opwarming van de aarde via het terugdringen van broeikasgassen te beperken tot maximaal 2 graden Celsius, of een ‘relatief veilige’ 1,5 graad eind deze eeuw. Met de huidige uitstoot gaan we richting de 3 graden.
De Europese Unie en de kleine eilanden onderhandelen al langer over het klimaat, voor een ambitieus resultaat tijdens de klimaattop. Eilanden als Antigua en Barbuda ondervinden de impact van de klimaatcrisis door meer extreem weer als tropische stormen, orkanen en stijging van de zeespiegel.
Timmermans spreekt met premier Browne, tevens voorzitter van de alliantie van kleine eilanden. Verder brengt hij een bezoek aan een wederopbouwproject van meer dan 100 woningen, die in 2017 door orkaan Irma zijn verwoest. Het project is door de EU gefinancierd.
Onderweg terug naar Brussel maakt de Eurocommissaris een tussenstop in Washington. Zijn agenda is nog niet duidelijk, maar één ding is dat wel: De Verenigde Staten, die zich onder Trump hebben teruggetrokken uit het akkoord van Parijs, zijn een van ’s werelds grootste uitstoters van broeikasgassen. Er is Timmermans dus alles aangelegen om de nieuwe president Joe Biden te houden aan zijn voornemen zich alsnog te committeren aan ‘Parijs’ .