Post uit Brussel: Europees actief in samenspel

Onderwijs regelen we zelf, besloten de landen ooit in het EU-verdrag. Nederland was lang pleitbezorger van dat ‘subsidiariteitsbeginsel’. Maar Europese afspraken en fondsen sturen innovaties, de arbeidsmarkt van de toekomst en hoe we jongere generaties daarop voorbereiden. Twee Europese adviezen aan het kabinet, van de Onderwijsraad (‘Actief in Europa’) en de Adviesraad Wetenschap, Technologie en Innovatie (‘Strategisch Samenspel’), vielen met een plof op de mat bij de Tweede Kamercommissie Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW).

4 min. leestijd

Wil je iets doen aan de klimaattransitie? Enthousiasmeer je dochter of zoon voor de installatiebranche!  Die zitten te springen om experts. Als academicus kan je bewoners adviseren, als HBO-er of VMBO-er helpt je bedrijven met de grootste maatschappelijke omwenteling sinds de industriële revolutie. Onderhandelaars van de 27 landen in de Europese Unie en het Europees Parlement besloten op voorstel van Klimaatcommissaris Timmermans tot wetgeving en fondsen die kunnen helpen bij een nationale systeemtransitie. Kúnnen, want het politieke uitstel en de bouwstop door stikstof maken dat nieuwe warmtenetten niet kunnen worden aangelegd. Zo belemmert het korte-termijn probleem paradoxaal genoeg de lange-termijn oplossing, leerden luisteraars van de podcast Betrouwbare Bronnen.

Het gesprek van Jaap Jansen en Pieter Gerrit Kroeger met Doekle Terpstra van Techniek Nederland en Olof van der Gaag van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie was één pleidooi voor politieke systeemkeuzes en voor beroepsopleidingen (waaronder Europese studies) die hands-on praktijkmensen voortbrengen.  

Wiersma

Hoe we onze jongeren opleiden gaat immers hand in hand met maatschappelijke transities, zoals energie, klimaat en inclusie. En die worden door ons kabinet mede in Brussel bepaald. In het advies ‘Actief in Europa’ bevelen experts aan om de eerdere afwachtende houding van Nederlandse politici als het ging om de Europese Unie en onderwijsbeleid om te draaien in een strategische agenda. Dat zijn doelen en instrumenten op een ‘routekaart’, waarbij de kompasnaald wijst in de richting van 2029. Want Nederland is in de tweede helft van dat kalenderjaar voorzitter van de meeste overleggen tussen de lidstaten.

En het voorzitterschap biedt de kans voor nationale stokpaardjes. Zal onderwijs daar bij zitten?  Wel als het ligt aan de Onderwijsraad. En misschien ook wel volgens Minister Wiersma (VVD). Die was een paar maanden geleden voor het eerst op werkbezoek in Brussel en pleitte daar voor een actievere Europese aanpak. 

Praktisch

Een strategische onderwijsagenda gaat hand in hand met wetenschapsbeleid, arbeidsmarktbeleid en jeugdbeleid. Er moet dus over thema’s heen worden gewerkt. En ook tussen bestuurslagen. Een bekend probleem is namelijk dat het Nederlandse en het Europese beleid te vaak los van elkaar worden besproken. De Adviesraad Wetenschap, Technologie en Innovatie stelde in een nieuw advies dat wetenschapsbeleid (van fundamenteel tot toegepast onderzoek) en het Nederlandse beleid te los van elkaar staan. En dat terwijl Europees geld meer dan 10% uitmaakt van de financiering van Nederlands onderzoek door overheidsgelden. Met die fondsen stuurt de Europese Unie maatschappelijke transities; of het nu gaat om de pandemie, digitalisering of vergroening. Jammer genoeg voor uw columnist (lector aan een hogeschool) doen juist hogescholen met hun toegepast onderzoek en het midden en klein bedrijf met praktische werk het fondsenwerven minder goed dan academisch onderzoek en grote bedrijven. Bied hogescholen en MKB hulp aan bij de tocht door het complexe fondsenlandschap en bij de noodzakelijke netwerkvorming, adviseert de Adviesraad Wetenschap, Technologie en Innovatie de regering. 

De twee adviesraden gaan over andere beleidsterreinen, maar hun oplossing komt overeen. Een ‘coherente beleidsmix’, een EU-check op nationaal beleid en als kabinet strategischer, dus effectiever optreden in Brussel. De titels zeggen genoeg: ‘Actief in Europa’ en ‘Strategisch samenspel’.  

Eén mond

Dat klinkt logisch, maar is voor de organisatie van ministeries en parlement een opgave. Niet voor niets stond het advies van de Onderwijsraad op de procedurevergadering van fractiewoordvoerders onderwijs niet onder het kopje ‘Europa’ – dat de griffie reserveert voor voor ‘post uit Brussel’. Andere medewerkers, andere specialisatie. En dat moet juist niet. De Adviesraad Wetenschap, Technologie en Innovatie beschrijft in haar advies hoe Europese kansen juist door samenwerking tússen specialisaties worden benut, zoals een voorbeeld uit Baskenland laat zien.  

Op hun procedurevergadering besloten de onderwijswoordvoerders voor beide adviezen dezelfde behandeling. Uit de parlementaire gereedschapskist kozen de volksvertegenwoordigers niet voor ‘adviesraden uitnodigen bij een Europese briefing of rondetafelgesprek’, maar de wat obligate optie ‘reactie vragen aan het kabinet ‘. Die zou er sowieso al komen. Nu is de vraag: welke ambtenaren schrijven die tekst: de minister van Buitenlandse en Europese zaken, of de bewindspersonen die gaan over het Onderwijs- en Wetenschapsbeleid? Gelukkig spreekt het kabinet met een mond; ook in Europa. 

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie