“Dat is een van de belangrijkste winsten die we tijdens de onderhandelingen hebben binnengesleept: er komt geen universeel Europees identiteitsnummer.” Dat bevestigt staatssecretaris van Huffelen aan de Tweede Kamer.
Privacy
In Brussel zijn de onderhandelingen voor een Europese Digitale Identiteit (eID) in volle gang. De Europese Commissie stelde aanvankelijk voor om alle EU-burgers een persoonlijk Europees identiteitsnummer te geven, waarmee je in heel de EU gemakkelijk zou kunnen laten zien wie je bent en van publieke of particuliere diensten gebruik zou kunnen maken. “Van het betalen van je belasting tot het huren van een fiets. Een technologie waarbij we zelf kunnen bepalen welke gegevens worden gebruikt en hoe”, zo beschreef de voorzitter van de Europese Commissie het voorstel met trots.
In verschillende lidstaten, waaronder in Nederland, stuitte dat voorstel meteen op veel verzet. Afgelopen zomer riep de Tweede Kamer staatssecretaris van Huffelen al op zich aan de Europese onderhandelingstafel daartegen te verzetten. Vooral conservatieve partijen, zoals de ChristenUnie en de SGP, waren bang dat Nederlanders door middel van zo’n Europees identiteitsnummer gemakkelijker kunnen worden geprofileerd. Ook zou het risico op grote datalekken groter worden.
Overkoepelende identiteit
Voorstanders van de eID denken juist dat het zorgt voor een simpele en veilige controle over de informatie die bepaalde diensten uit verschillende lidstaten met elkaar willen delen. Het wordt daardoor makkelijker om bepaalde zaken te regelen of gebruik te maken van diensten in andere EU-landen dan waar je zelf vandaan komt. Denk bijvoorbeeld aan het invullen van je belastingaangifte, het openen van een bankrekening, een auto huren of het opslaan van een doktersrecept dat je vervolgens overal in de EU kan ophalen. Veel EU-lidstaten hebben al een eigen, nationaal identificatiesysteem. Zo is er itsMe (België), Chave Móvel Digital (Portugal), mojeID (Tsjechië) en DigiD (Nederland).
Maar dat elke Europeaan daarbovenop een soort overkoepelend en grensoverschrijdend identiteitsnummer zou krijgen, dat zien ze in Den Haag niet zitten. Van Huffelen laat nu aan de Tweede Kamer weten dat er in Brussel is afgesproken “dat verschillende identiteitsnummers gewoon naast elkaar kunnen blijven bestaan in de EU.” Volgens haar is dat besluit dan ook officieel opgenomen in de wetteksten die tijdens de Europese onderhandelingen zijn opgesteld.