Nederlandse gemeenten worstelen met Europese dimensie

Minder dan de helft van de Nederlandse gemeenten vindt van zichzelf dat ze goed in staat is om Europese wetgeving uit te voeren. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht.

3 min. leestijd
This aerial drone photo shows the small town of Zoeterwoude-Dorp. This village is located near Leiden between the meadows.

Van de beschermde status van de wolf tot innovatiesubsidies voor mkb’ers: EU-beleid sijpelt door tot alle Nederlandse bestuurslagen, ook tot bij de provincies en de gemeenten. Maar kunnen die het moordende tempo van de Brusselse wettenfabriek wel volgen? En kunnen zij voldoende invloed uitoefenen op de Europese besluitvorming? 

Via enquêtes, interviews en groepsgesprekken, zochten onderzoekers van de Universiteit Utrecht uit hoe de vork precies in de steel zit. 

Waan van de dag

Uit het onderzoek komt naar voren dat de provincies beter zijn ingespeeld op de Europese dimensie dan de gemeenten. Zo achten minder dan de helft van de Nederlandse gemeenten zich goed in staat om Europese wetgeving uit te voeren. Bij de provincies is dat zo’n driekwart. 

Alle provincies lobbyen in Brussel voor hun belangen. De gemeenten daarentegen reageren meestal pas wanneer de eindmeet is bereikt, en wanneer er specifiek voor hen een probleem ontstaat. Tussen de gemeenten bestaan bovendien ook grote verschillen. Vooral de grotere gemeenten en de gemeenten aan de Duitse en Belgische grens kunnen goed omgaan met de Europese dimensie. 

“Bij de soms langdurige Europese besluitvormingsprocessen zijn veel concurrerende spelers en thema’s aan de orde. Effectief invloed blijven uitoefenen is daarom arbeidsintensief”, staat in het rapport. Dat vooral de kleinere gemeenten niet goed kunnen volgen, is dan ook vooral een kwestie van capaciteit. Dat zorgt voor “een focus op de waan van de dag in plaats van de strategische lange termijn”.

Samen sterk

De onderzoekers benadrukken dat een betere afstemming tussen regiogemeenten en provincies kan helpen om capaciteit te delen. “Belangrijk daarvoor is dan wel dat gemeenten en provincies een duidelijke strategie hebben. Zo hebben zij een goede basis om partners te vinden”, leest het rapport verder.

Op dit moment zouden dergelijke samenwerkingen vaak nog te veel leunen op persoonlijke contacten van individuele voortrekkers. Een ander probleem is dat Europese activiteiten vaak extra inspanningen vereisen zoals taal en Europese kennis uitbouwen. Hierdoor zou de Europese dimensie minder prioriteit krijgen.

Gedoe

De kritiek van de gemeenten luidt vaak dat ze meer informatie willen. Toch zou er al heel wat informatie beschikbaar zijn. “Het draait daarom eerder om de vraag hoe informatie goed terechtkomt bij de relevante overheden”.

De onderzoekers raden de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Interprovinciaal Overleg aan om een actieprogramma uit te rollen. Daarin zouden ze gemeenten en provincies kunnen uitleggen hoe ze beter kunnen inspelen op Europese integratie. “Op die manier krijgt ‘Europa’ ook een positievere bijklank, in plaats van dat het voor iets staat ‘dat moet’ en voor ‘gedoe’”.

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie