Het Brabantse Fort Crèvecoeur is een van de zeven meest bedreigde EU-erfgoederen. Het verdedigingsfort heeft de jaarlijkse top 7 gehaald, die wordt opgesteld door erfgoedorganisatie Europa Nostra. Het in verval geraakte fort werd in de Tachtigjarige Oorlog gebouwd om het noorden van de Brabantse vestingstad Den Bosch te verdedigen.
Het fort kent een bewogen geschiedenis: het was een strijdtoneel tussen de Staats-, en Spaans-gezinden, werd door de Fransen ingenomen tijdens het rampjaar 1672 en door de Duitsers gebruikt in de Tweede Wereldoorlog. De strategische functie van het fort is nu verleden tijd, het verkeert nu al jaren in staat van verval.
Ministerie van Defensie
Crèvecoeur is in handen van het Ministerie van Defensie. In 2010 heeft het ministerie met de Gemeente Den Bosch afgesproken om het fort op te knappen, maar er is sindsdien niet veel gebeurd. Erfgoedvereniging Heemschut nomineerde het vestingwerk voor de Europese erfgoedlijst, en laat weten dat dat het ministerie ‘na jarenlange pogingen’ nu aan het werk heeft gezet. Met name het herstel van kruitopslagplaatsen, kazematten, sluispoort, wallen en grachten verdient aandacht, aldus Heemschut. Wethouder Huib van Olden zou het liefst zien dat het fort ook weer voor publiek toegankelijk wordt, dat is nu niet het geval.
De tekenen van herstel zijn al te zien, laat Heemschut weten: het terrein rondom het fort is nu afgezet, een steigerconstructie met folie beschermt het erfgoed tegen weer en wind. In april worden verdere herstelplannen gemaakt.
Europa Nostra
De lijst met bedreigd erfgoed wordt jaarlijks opgesteld om mensen tot actie aan te zetten. Andere ‘winnaars’ zijn dit jaar het historische centrum van Stolberg in Duitsland, de Neptunusbaden in Roemenië en de Zogubrug in Albanië. Lokale erfgoedverenigingen kunnen hun nominaties doorgeven aan Europa Nostra, die organisatie houdt zich bezig met erfgoed in veertig Europese landen. Een groep van deskundige archeologen, historici en architecten kiest uit die inzendingen de meest tragische gevallen, waarbij niet alleen gekeken wordt hoe erg het verval is, maar ook naar de cultuurhistorische waarde. De nominaties werden eind vorig jaar doorgegeven, vandaar dat Oekraïense gebouwen en omgevingen ontbreken op de lijst.