Nederland ontvangt voor het eerst geld uit coronaherstelfonds

Nederland ontvangt binnenkort voor het eerst een financiële bijdrage uit het Europese coronaherstelfonds. Dit fonds is bedoeld om lidstaten te ondersteunen bij hun economische herstel na de coronapandemie.

3 min. leestijd
Bron: iStockphoto, 2020.

De Europese Commissie heeft op 24 mei het eerste betaalverzoek van Nederland ontvangen en gisteren officieel goedgekeurd. Ons land ontvangt een bedrag van 1,3 miljard euro. In totaal is er 5,4 miljard gereserveerd voor Nederland, verdeeld over vijf verzoeken.

Het fonds, officieel het Herstel- en Veerkrachtfonds geheten, werkt volgens een zogenaamd ‘prestatiegebonden’ systeem. Dit betekent dat EU-geld alleen wordt uitgekeerd als er substantiële voortgang is geboekt bij de uitvoering van afgesproken hervormingen en investeringen.

Nederland heeft een plan opgesteld waarin de nadruk ligt op de groene en digitale transitie. Maar er wordt ook ingezet op een sterkere arbeidsmarkt, sociale hervormingen, en de gezondheidszorg.

Ruime voldoende

Het geld uit het coronaherstelfonds krijg je namelijk niet zomaar. Zo minstens 37 procent van de maatregelen gericht moet zijn op klimaatmaatregelen en minstens 20 procent op digitale transitie. In Nederland liggen deze percentages op respectievelijk 55 en 26 procent, en voldoet zo ruimschoots aan de gestelde eisen.

Voorbeelden van projecten zijn de hervorming van de energiemarkt om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen. Ook het ‘Quantum Delta NL’-programma, dat zich richt op de ontwikkeling van kwantumtechnologie, kan een flinke bijdrage uit het fonds verwachten.

Daarnaast omvat het plan hervormingen op de arbeidsmarkt, de huizenmarkt en maatregelen tegen belastingontwijking en witwassen. Een voorbeeld hiervan is de subsidieregeling “Nederland leert door”. Nederland wil meer investeren in loopbaanadvies en training voor zowel werkenden als werklozen, om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Verder worden er maatregelen genomen om schijnzelfstandigheid aan te pakken, een probleem dat vooral in de bezorg- en transportsector speelt.

Nog niet klaar  

Hoewel het eerste betaalverzoek is goedgekeurd, zal Nederland nog aan de bak moeten om ook aanspraak te kunnen maken op de rest van de uitbetalingen. Nederland heeft nog vier betaalverzoeken gepland tot halverwege 2026. Elk verzoek is gekoppeld aan het behalen van specifieke mijlpalen en doelstellingen. De volgende uitbetaling wordt eind dit jaar verwacht.

Sommige maatregelen voor het volgende verzoek, zoals de verhoging van een specifieke energiebelasting, zijn niet door de Eerste Kamer goedgekeurd. Deze zullen dus vervangen moeten worden door alternatieve maatregelen om hetzelfde doel te bereiken.

Ook andere hervormingen, zoals het verbod op contante betalingen van meer dan 3.000 euro, zijn omgeven door onzekerheid. De Tweede Kamer heeft de maatregel, onderdeel van een pakket om witwassen tegen te gaan, controversieel verklaard. Om vertragingen te voorkomen, zullen de verantwoordelijke ministers van Weel (VVD, Justitie en Veiligheid) en Heinen (VVD, Financiën) dus nog flink hun best moeten doen.

Controle

Er zijn diverse controlemechanismen ingebouwd om ervoor te zorgen dat het geld op de juiste manier wordt besteed. De Audit Dienst Rijk (ADR) en de programmadirectie voor het Herstel- en Veerkrachtplan van het ministerie van Financiën zijn verantwoordelijk voor de monitoring en uitvoering van het plan. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een centraal registratiesysteem om alle relevante gegevens te beheren.

Mits Nederland blijft voldoen aan de gestelde voorwaarden, worden er dan ook geen verdere obstakels verwacht bij de volgende uitbetalingen.