Vandaag presenteerde de Europese Commissie de Clean Industrial Deal, die de Europese industrie sterker en duurzamer moet maken, en het omnibus-voorstel, bedoeld om regels eenvoudiger te maken. De reacties van Nederlandse Europarlementariërs zijn heel verschillend, van enthousiast tot kritisch – en alles daartussenin.
CDA: “Strategische industriepolitiek is nodig”
Het CDA steunt de Clean Industrial Deal en ziet het als een belangrijke stap naar een sterker en duurzamer Europa. Volgens Tom Berendsen, CDA-delegatieleider, moet Europa haar industrie beschermen tegen hoge energieprijzen en buitenlandse concurrentie. Ook het vereenvoudigen van regels en het stimuleren van schone energieproductie zijn belangrijk om bedrijven hier te houden.
Berendsen benadrukt dat de EU haar klimaatdoelen moet behouden, maar wel moet inzetten op haalbare en betaalbare oplossingen. “Onze energie is te duur, we hebben te weinig grondstoffen en innoveren te weinig. Dit moet Europees worden aangepakt.” Het CDA pleit ervoor dat schone en hernieuwbare energie de norm moet worden en verduurzaming hand in hand gaat met economische groei.
VVD: “Minder bureaucratie, meer innovatie”
De VVD is voor de Clean Industrial Deal, maar vindt dat de plannen verder moeten gaan. Jeannette Baljeu, Europarlementariër voor de VVD, benadrukt dat Europa zonder een sterke industrie kwetsbaar blijft. Innovatie is volgens haar de sleutel naar een schone en concurrerende industrie. “We moeten investeren in CO₂-afvang, kernenergie en een Europese markt voor schone producten.”
De partij is kritisch over het omnibus-voorstel en pleit voor lagere administratieve lasten voor bedrijven. Baljeu wil dat bepaalde regelgeving, zoals onderdelen van de Europese antiwegkijkwet en de EU-wet inzake duurzaamheidsrapportage, worden geschrapt omdat ze te veel bureaucratie en kosten met zich meebrengen. “Terwijl de VS dereguleren, verstikt de EU haar bedrijven in regels.”
BBB: “Groene bureaucratie gaat te ver”
De BBB is blij dat de EU erkent dat de Green Deal te ver is doorgeschoten, maar vindt de aanpassingen in het Omnibus-voorstel nog niet genoeg. Sander Smit waarschuwt dat vooral het midden- en kleinbedrijf (MKB) te maken blijft houden met extra administratieve lasten.
“Alleen consultants en advocaten profiteren van deze groene bureaucratie, terwijl ons concurrentievermogen en onze strategische autonomie onder druk staan,” zegt Smit. De BBB pleit voor een diepgaandere herziening en schrapping van bepaalde verplichtingen, zodat ondernemers niet vastlopen in regelgeving.
D66: “Groene industrie, maar niet te veel versoepeling”
D66 steunt de Clean Industrial Deal en ziet de vergroening van de industrie als een kans voor Europa. “Groen is voor Europa de enige manier om in de toekomst weer betaalbare energie te krijgen,” zegt Gerben-Jan Gerbrandy.
Toch is D66 kritisch over het omnibus-voorstel. De partij vindt dat sommige versoepelingen te ver gaan, waardoor bedrijven makkelijker onder milieuregels uit kunnen komen. Gerbrandy benadrukt dat het Europees Parlement goed naar de details van de voorstellen zal kijken en dat het belangrijk is om de juiste balans te vinden tussen minder bureaucratie en het behoud van sociale en milieunormen.
GroenLinks-PvdA: “Meer energiezekerheid en investeringen nodig”
GroenLinks-PvdA verwelkomt de Clean Industrial Deal, maar vindt dat er meer aandacht moet komen voor energiezekerheid en staatssteun. Mohammed Chahim wijst erop dat Europa maatregelen moet nemen om de energieprijzen stabiel te houden, bijvoorbeeld door een prijsplafond op elektriciteit en extra investeringen in energie-infrastructuur.
Verder pleit de partij voor snellere vergunningsprocedures en betere toegang tot EU-financiering voor verduurzaming. Ze willen ook dat de circulaire economie een grotere rol speelt, met meer investeringen in recycling en hergebruik van grondstoffen. GroenLinks-PvdA roept ook op tot strengere naleving van klimaatwetten en gezamenlijke EU-leningen om de herindustrialisatie te financieren.