Geen deal aangaan met het Noord-Afrikaanse land Tunesië om de migratiestroom tegen te gaan omdat het in het land niet goed gaat met mensenrechten is volgens minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra geen optie. “Je moet wel praktisch blijven”, is de boodschap van Hoekstra aan Tweede Kamerleden.
Migratie
Sinds het einde van de coronapandemie en het begin van de zomer is de migratiestroom die via de Middellandse Zee naar Europa komt, weer groter geworden. EU-landen hebben problemen met de opvang van alle migranten. Ook in Nederland gaat het mis. Er is te weinig ruimte en het Centraal Orgaan Asielzoekers is in allerijl op zoek naar nieuwe slaapplekken voor asielzoekers.
Enkele EU-leiders brachten een bezoek aan een van de landen waar veel asielzoekers doorheen reizen: Tunesië. De EU wil diep in de buidel tasten. In ruil voor 900 miljoen euro om de economie van Tunesië te helpen, wil de EU dat Tunesië meehelpt om de migratiestroom te bedwingen. De migratiedeal wordt gezien als het middel om de interne migratiespanningen in Europa tegen te gaan.
Weerstand
Het plan stuit op tegenstand van Tweede Kamerleden. Tom van der Lee (GroenLinks) vindt bijvoorbeeld dat de EU een dubbele moraal hanteert. Aan de ene kant hamert de EU altijd op het belang van mensenrechten, maar nu wil het een deal sluiten met een regering die zwarte Afrikanen het land uit wil jagen, beargumenteert Van der Lee.
Hoekstra wil de deal in een breder perspectief plaatsen. “Mensenrechten zijn altijd al een kernonderdeel van Nederlands buitenlandbeleid”, zegt Hoekstra. Hij vindt het echter wel belangrijk dat Nederland praktisch blijft. De migratiedeal compleet afhankelijk maken van de mensenrechtensituatie in Tunesië is volgens hem onmogelijk. Hij blijft erbij dat de deal verdedigbaar is.
De EU-ministers van Buitenlandse Zaken zullen zich op 26 juni in Luxemburg buigen over de gesprekken met Tunesië.