Tijdens een bijeenkomst van het RoodGroen, het ledeninitiatief achter de verdere samenwerking van GroenLinks en de Pvda sprak Europarlementariër Lara Wolters samen met Tweede Kamerlid Tom van der Lee (Groenlinks) over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van der Lee werkt aan een wet in Nederland voor “ketenverantwoordelijkheid” van bedrijven. Wolters werkt hieraan op Europees niveau.
De besprekingen van de Europese wet bevinden zich in een cruciale fase. In mei zal er over gestemd worden in het Europees Parlement, maar de partijen onderling zijn al dicht bij een akkoord. Vanaf komende zomer zal Lara Wolters, bij een definitief akkoord, als rapporteur namens het Europees Parlement de gesprekken aangaan met de Europese Commissie en de lidstaten over dit onderwerp.
De aanstaande wet van Wolters betekent kort gezegd dat bedrijven die producten op de Europese markt brengen verantwoordelijk zijn voor de omstandigheden waarin deze producten zijn geproduceerd. Er mogen geen mensenrechten worden geschonden en er mag geen ontoelaatbare milieuschade plaatsvinden. Deze regels worden volgens Wolters gekoppeld aan internationale afspraken, zoals het akkoord van Parijs en VN-mensenrechtenverdragen.
“Wie zijn we en waar staan we voor?”
Wolters wil een Europees label voor producten. “We moeten uiteindelijk naar een soort “merk Europa”, waarbij de producten op onze interne markt sociaal en duurzaam tot stand gekomen. Maar ook breder dan de markt alleen. Wie zijn we en waar staan we voor?”
Werkdruk voor bedrijven
Bedrijven zitten niet op deze wetgeving te wachten. Zij wijzen op een ongelijk speelveld op de markt dat kan ontstaan met zulke wetten. Daarnaast gebruiken bedrijven het argument volgens Wolters dat “het er nu even niet bij kan” vanwege de hoge inflatie, de oorlog in Oekraïne en de gevolgen van de coronacrisis. Bedrijven zouden namelijk actief moeten zoeken naar misstanden en daarover rapporteren. Ook moeten ze een wetenschappelijk onderbouwd plan opstellen hoe ze de doelen gaan behalen en controleren. Extra werkdruk dus.
Wolters stelt echter dat het ook in het belang van het bedrijf zelf is om maatschappelijk verantwoordelijk te ondernemen. “Wie investeert in de energietransitie kan over een paar jaar koploper worden in plaats van late dure inhaalinvesteringen.” Het kan daarnaast geld besparen voor bedrijven om “in gesprek te gaan” met werknemers en leveranciers. “Rechtszaken en geldboetes kunnen voorkomen worden als je je aan de regels houdt en weet wat er speelt in je keten.”
Dat er bedrijven zijn die zich zonder verplichtingen al bezighouden met hoe hun product tot stand komt beaamt Wolters. “Er zijn bedrijven die het goed doen. Bedrijven die hechten aan een eerlijk en duurzaam product, maar het kan niet aan de markt meer worden overgelaten. Er zijn namelijk ook nog heel veel bedrijven die het geen prioriteit geven. Iedereen wil het, maar via de markt lukt het niet. Dan is er wetgeving nodig.”
Lastige boodschap
Wolters erkent dat het een complex vraagstuk is, maar wijst op het belang van concrete afspraken. “We moeten niet in idealen blijven hangen, maar het echt omzetten naar de uitvoering. Welzijn moet boven welvaart worden gesteld. Dat is een lastige boodschap, want tegelijkertijd willen we niet de kwaliteit van leven aantasten.”