In ‘t Veld: “Discussie over problemen bij D66 is kleinerend”

Wat begon als grensoverschrijdend gedrag is in veel media uitgelopen op een ruzie tussen twee vrouwen in de politiek, waarbij veel seksistische stereotypes worden gebruikt. Sophie In ‘t Veld (D66) wil het hebben over de inhoud: ontoelaatbaar gedrag.

2 min. leestijd

De discussie over de problemen in de D66-delegatie in het Europees Parlement wordt op een verkeerde manier gevoerd. Volgens Sophie in’t Veld gaat het te veel over het beeld van twee ruziënde politici, terwijl er fundamenteel wat anders aan de hand is.

Drie oud-medewerkers hebben een klacht ingediend tegen Europarlementariër Samira Rafaela wegens machtsmisbruik. Uit vertrouwelijke stukken van de commissie Integriteitsonderzoeken van D66 blijkt dat de klachten gegrond zijn. De commissie schrijft dat het gaat om: “intimidatie, machtsmisbruik, pestgedrag en bedreiging”. Dat zou hebben geleid tot een „onveilige werksituatie.”

In ‘t Veld zegt in de podcast De Binnenkamer dat de kwestie nogal eenzijdig wordt belicht. “Ik zie koppen als kiftende parlementariërs. Dat is heel kleinerend en zou je nooit over mannen zeggen.”

“Er komen mensen naar me toe die zeggen: ‘Ik hoop dat jullie het uitpraten.'” In ‘t Veld baalt daar enorm van, omdat het niet gaat om twee politici die niet door één deur kunnen, maar over grensoverschrijdend gedrag dat plaatsvond op het bureau van Samira Rafaela. “Vrouwen kan je op een dusdanige manier neerzetten (framen) dat mensen denken dat er een catfight gaande is.

Geen eenheid

Wat klopt volgens In ‘t Veld is dat er weinig samenwerking is tussen de twee D66-politici. “Samira heeft vrij snel besloten zich terug te trekken uit het delegatieoverleg. We hebben overleg over hoe we gaan stemmen. Er zijn twee kantoren. Dat kan in Europa, je hebt als delegatieleider niet de macht en middelen van een fractievoorzitter in de Nederlandse Tweede Kamer. “Je hebt recht op een eigen team en daar heeft de ander in principe niks over te zeggen. Het is handig om samen mensen te hebben, maar het hoeft niet.”