Teleurstelling bij de gemeenten. De Europese Commissie had nog zo beloofd dat de gemeenten en provincies mochten meepraten bij de plannen van het coronaherstelfonds. Maar uiteindelijk bepalen in alle landen de nationale regeringen wie waar geld aan uitgeeft.
Tot grote teleurstelling van Rob Jonkman, wethouder in de gemeente Opsterland (Friesland). Hij schreef er een rapport over voor het Europees Comité van de Regio’s (CvdR). Zijn kernpunt is: doe het samen met de regio’s. In vrijwel alle landen zijn het plannen van bovenaf en dat is dodelijk.
Voor bijna alle 27 lidstaten geldt dat er meer duidelijkheid moet komen over de plannen van het coronaherstelfonds en de rol van gemeenten en provincies daarin, maar ook welke plannen het precies zijn. Dat laatste geldt met name voor Nederland, dat als enige land nog geen plannen heeft ingediend.
Grootste treuzelaar
“We zijn de allerlaatste en worden we nu toch wel een beetje gezien al de grootste treuzelaar van de EU,” zegt Jonkman. “We hobbelen maar achteraan en dat is wel wat zorgelijk.”
Inmiddels is er zo lang gewacht in Nederland. Je zou volgens Jonkman kunnen zeggen dat ze alle tijd hebben gehad om met de gemeentes en provincies rond de tafel te hebben gezeten, maar daar is geen sprake van geweest.
Wel uitvoeren, niet meegenomen
Een aantal van de voorlopige plannen voor het coronaherstelfonds die Hoekstra onlangs naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, moeten wel door de provincies en gemeenten uitgevoerd worden, maar daar zijn ze niet in meegenomen.
“Zeker in een tijd dat we veel maatschappelijke opgaven met name bij gemeentes en provincies leggen, zoals wonen, energietransitie en klimaatadaptatie, zou je verwachten dat ook wel de helft van die voorstellen publieke investeringen van gemeenten betreffen, maar dat zien wij op die lijst niet terug. Dat is jammer,” zegt Jonkman.
Ook zegt Jonkman dat aangezien de gemeentes en provincies vooraan stonden tijdens het bestrijden van het coronavirus en de sociaaleconomische gevolgen ervan, ze nu bij de financiering ook vooraan willen staan om die gevolgen op te lossen.
Gezamenlijk optrekken
Daarom kloppen de gemeentes en provincies aan bij het ministerie van Financiën, maar ook Binnenlandse en Economische zaken om aan te geven dat ze nog steeds bereid zijn om mee te denken over de voorstellen die straks naar Brussel moeten. In de Tweede Kamer diende CDA en later ook Volt een motie in waarin ze beide het betrekken van medeoverheden benoemden.
Want gezamenlijk optrekken, dat is de bedoeling volgens Jonkman. “We willen niet dat er op een gegeven moment een lijst komt en gezegd wordt ‘dames en heren, dit is het en u mag er wel wat van vinden, maar we hebben het eigenlijk al wel bepaald.’ Dat is niet hoe je met elkaar om moet gaan.”
Dovemans oren
Jonkman zegt dat gemeenten en provincies hun plannen eigenlijk al klaar hebben en die graag willen voorleggen. “We kunnen morgen rond de tafel zitten. En het hoeft echt niet langer te duren daardoor,” zegt Jonkman. Hij hoopt alleen niet dat deze oproep aan dovemans oren is gericht.