Experts waarschuwen: “EU-uitbreiding slecht voor een Europa dat niet goed in zijn vel zit”

In een tijd waarin de geopolitieke spanningen oplopen, worstelt Europa met de vraag hoe om te gaan met mogelijke EU-uitbreiding. Tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer waarschuwden experts voor te snelle stappen. Maar ze benadrukten ook het strategisch belang van blijvende betrokkenheid bij kandidaat-lidstaten.

3 min. leestijd

De dag waarop Donald Trump werd herverkozen is volgens professor Antoaneta Dimitrova van de Universiteit Leiden precies het moment om na te denken over wat uitbreiding kan betekenen voor de EU.

Aanbevelingen Europese Commissie hoeven niet gevolgd te worden

Hoewel de toetredingsprocessen volgens haar in een “technisch en ingewikkelde” fase zijn beland, benadrukt ze dat een strategische aanpak nu cruciaal is. “We moeten ons geen illusies maken: het besluit van de lidstaten om de toetredingsgesprekken met Oekraïne te starten is puur symbolisch. Het vertragen van de onderhandelingen, zoals we dat ook in de Westelijke Balkan hebben gedaan, kan later voor grote spanningen en reputatieschade zorgen.”

De Leidse hoogleraar waarschuwt dat de EU niet blind moet varen op technische rapporten van de Europese Commissie die stellen dat de kandidaat-lidstaten nog niet klaar zijn. “We moeten bedenken welke waarden we als Nederland het belangrijkst vinden.” Ze wijst erop dat lidstaten uiteindelijk ook om geopolitieke redenen kunnen besluiten een land toe te laten. Zelfs als de Europese Commissie het land daar technisch gezien nog niet klaar voor acht.

‘Brusselse bubbel wil te veel tegelijk’

René Cuperus van instituut Clingendael plaatst echter kritische kanttekeningen bij de huidige koers van Brussel. “Als je de Brusselse bubbel moet geloven, gaan we alles tegelijk doen: uitbreiding, een onafhankelijk militair apparaat oprichten, het concurrentievermogen aanpakken én de grootste groene transitie ooit doorvoeren. Dit alles in een uiterst gepolariseerde samenleving.”

De Amerikaanse verkiezingen zijn volgens Cuperus een wake-upcall voor Europa. “Wat er in de VS is gebeurd, is niet enkel een externe waarschuwing, het is ook een interne. Wat is het mandaat nog van de verzwakte traditionele bestuurspartijen in Europa voor grote sprongen voorwaarts?” Hij maakt zich meer zorgen over de politieke stabiliteit en het economische verdienvermogen in Duitsland en Frankrijk dan over de toetreding van landen als Moldavië of Albanië. “Deze uitbreiding is geen goede agenda voor een Europa dat niet goed in zijn vel zit.” Volgens Cuperus moet de EU eerst focussen op het opbouwen van een eigen militair apparaat, het aanpakken van het tanende concurrentievermogen en het versterken van de nationale democratieën.

Balanceren tussen eisen en geopolitieke realiteit

Volgens Wouter Zweers, ook verbonden aan Clingendael, is geen van de kandidaat-lidstaten momenteel klaar voor toetreding. “Als we kijken naar de fundamenten – democratie, onafhankelijke rechtspraak en de aanpak van corruptie – zien we bijvoorbeeld in de Balkanlanden wel vooruitgang, maar geen overtuigende democratische trend.”

Toch waarschuwt ook hij voor een al te afhoudende opstelling. “Twijfel over toetreding zal leiden tot verminderde invloed en frustratie in de kandidaat-landen. Dat kunnen we ons in de huidige geopolitieke context niet veroorloven.”

Zweers benadrukt dat het toetredingsproces, ondanks alle uitdagingen, nog steeds het meest effectieve instrument is om veiligheid, stabiliteit en democratie in de kandidaat-landen te bevorderen. “Op het moment dat je in Nederland heel erg gaat twijfelen over het toetredingsperspectief, gaan we in Brussel achter de feiten aanlopen. Daar zetten ze nu juist in op versterkte integratie met de kandidaat-landen.”

Geef Oekraïne NAVO-lidmaatschap in de plaats

Cuperus pleit voor een meer pragmatische aanpak. “Oekraïne wil vooral veiligheidsgaranties. Dat is eenvoudiger te regelen via één NAVO-verdrag dan via EU-lidmaatschap, wat een complete herziening van de Europese landbouwbegroting en Commissiestructuren vereist.”

De fundamentele vraag blijft volgens hem: “Worden we sterker of zwakker door de koers die we inzetten? En neemt de loyaliteit van de burger aan Europa toe of af? Die vragen zijn ondergesneeuwd door de emotiepolitiek van Ursula Von der Leyen en Charles Michel, die de uitbreiding tegen 2030 rond willen hebben.”