Column Europa’s rafelrand: Nepkoning niet welkom op EU-Balkantop in Tirana

5 min. leestijd

Door Tijn Sadée, correspondent pendelend tussen Brussel en Zuidoost-Europa

Voor premier Mark Rutte wordt het misschien wel het spannendste avontuur van het jaar: de aanstaande EU-Balkantop, dinsdag 6 december, in de Albanese hoofdstad Tirana. Albanië is hot sinds het programma Wie is de mol? er onlangs werd opgenomen. Nederlandse toeristen ontdekten daardoor het land dat tot 1991 nog volledig geïsoleerd was en leed onder een extreem wreed communistisch regime.

Nu is Albanië officieel kandidaat om toe te treden tot de Europese Unie. Ook Rutte heeft inmiddels een zwak voor het Balkanland: tussen hem en de excentrieke Albanese premier Edi Rama, een voormalig kunstenaar, broeit al een tijdje een opmerkelijke bromance, die resulteerde in een gezamenlijk opiniestuk. Dat stuk kun je lezen als een leidraad bij deze Balkantop. “Samenwerken in Europa maakt ons sterker”, klinkt daarin hun gezamenlijke, hartverwarmende oproep.

Kortom, het wordt dus een beetje de top van Rama en Rutte. Maar als ik me even met het protocol mag bemoeien: waarom reist koning Willem-Alexander niet mee? Er zit daar in Tirana namelijk een koninklijke Albanese familie weg te kwijnen in eenzame vergetelheid.

Hondenscheten

Mijn eerste kennismaking met het Albanese koningshuis herinner ik me vooral door de adembenemende stank die de honden van Leka I produceerden. Het was 2008, en ik had me gestort in een tot mislukken gedoemd filmproject over de koninklijke Albanese Zog-dynastie.

Leka I was de zoon van Albaniës laatste koning Ahmet Zogu, die in 1939 werd verdreven door de Italiaanse fascisten die Albanië destijds bezetten. Na de fascisten kwamen de communisten. De Zogs leefden in ballingschap in het Verenigd Koninkrijk en, later, in Zuid-Afrika.

Maar na de val van het communistische regime zag Leka I zijn kans schoon om de Zog-monarchie in Albanië in ere te herstellen. In 1997 dwong hij een referendum af over de herinvoering van het koningshuis, maar de bevolking koos voor een republiek. Uit woede ging Leka I met granaten aan zijn koppelriem de straat op. Dat werd ‘m niet in dank afgenomen, en opnieuw verdween hij in ballingschap.

Maar in 2002 keerde het tij. Een meerderheid in het Albanese parlement pleitte voor de terugkeer van Leka I. En zo kwam het dat ik in de lente van 2008 de oprijlaan betrad van een vervallen villacomplex in een stadspark in Tirana. Dit was nu de ‘Royal Court of Albania’. In de wapenkamer hingen Afrikaanse zwaarden aan grof in de muur geramde spijkers.

Albanië was niet plots een écht koninkrijk geworden; Leka I en zijn familie werden slechts gedoogd om in dat stadspark monarchietje te spelen. En daar zat Leka I tegenover me. Mijn cameraman stelde op scherp en keek mij vanuit zijn ooghoeken, met dichtgeknepen neus, bezorgd aan. Leka I, gehuld in kakipak, zat onderuitgezakt in een leren fauteuil, met aan zijn voeten vijf hoogbejaarde honden die voortdurend en ongegeneerd scheten lieten.

De ‘koning’ rookte ketting. Vijf pakjes Dunhill per dag. Toen we de opnames later weer bekeken bleken alle beelden gehuld in sigarettenrook. „We hebben geen echte macht, maar onze invloed is groot”, zei de koning die geen koning was.

Leka I had ook een zoon: kroonprins Leka II. Met hem gingen we de volgende dag de Albanese bergen in, waar hij ‘gewone mensen’ zou ontmoeten. Maar na een opvoeding aan elitescholen in het buitenland bleek de kroonprins niet echt bestand tegen de flora in het ruige gebergte.

Op duizend meter hoog, in de regio Mat, zat de kroonprins die ochtend met smetteloos wit overhemd in kleermakerszit onder een boom. Dorpsoudsten uit de buurt, mannen met helblauwe ogen en verweerde koppen, zaten om hem heen.

Maar van een serieus gesprek kwam het niet, want de kroonprins kreeg een acute aanval van hooikoorts. Niesend en proestend zat hij daar, terwijl zijn bodyguards hem tissues aanreikten. De Albanese bergbewoners vroegen zich af: is dit écht onze aanstaande koning?

Afrikaanse zwaarden

De scène in de bergen eindigde met een afscheidsritueel. “Niet schrikken”, zei de kroonprins me, “maar dit hoort er nu eenmaal bij.” Met een pistool dat hem werd aangereikt schoot hij drie keer in de lucht.
Bodyguard Titi volgde met een Russische 7.62 mm het voorbeeld van zijn baas. En ook de koninklijke perschef ritste gehaast zijn leren handtasje open, haalde zijn glimmende Zastava tevoorschijn en knalde mee.

In donkergroene Mitsubishu Pajero-terreinauto’s, met zwaailichten en geblindeerde ramen, reden de kroonprins en zijn gevolg weer het dal in, in de richting van Tirana. Mijn filmproject sneuvelde aan de montagetafel en Leka I is inmiddels dood. Maar Leka II is springlevend en is nu de troonpretendent.

Gedoogd, en levend in dat vervallen villacomplex, twittert Leka II erop los. Maar niemand die luistert. Op de EU-Balkantop is hij niet welkom. Vandaar mijn oproep aan Rutte: neem koning Willem-Alexander mee naar Tirana, en wellicht ontstaat er in die wapenkamer met aftandse Afrikaanse zwaarden nog een tweede Albanees-Nederlandse bromance

Volg Tijn op zijn reisblog www.balkandashboard.com

Troonpretendent Leka II en zijn vrouw

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie