Wereldwijd zijn er nog altijd 28 miljoen mensen die het slachtoffer zijn van dwangarbeid. Toch komen de producten die zij maken nog volop op de Europese markt terecht. Zo eindigt vis die door Oeigoeren onder dwang werd gevangen ook gewoon in de Nederlandse schappen.
Een nieuwe Europese wet moet korte metten maken met deze producten. Europarlementariërs uit de commissies Interne Markt en Internationale Handel keurden de wet vandaag voor een eerste keer met een overweldigende meerderheid goed. “Deze producten moeten we van onze markt verbannen. Mensenrechten zijn niet te koop”, reageert Europarlementariër Samira Rafaela (D66).
Per direct uit de schappen
Wanneer de autoriteiten kunnen aantonen dat bij de productie sprake was van dwangarbeid, mag het product de EU niet meer in of uit. Het moeten dan per direct uit de schappen gehaald worden, waarna het gerecycled, weggegeven of vernietigd wordt. Pas wanneer een bedrijf kan aantonen dat het maatregelen nam om de dwangarbeid aan te pakken, mag het product de markt weer op. Onder die maatregelen valt ook het vergoeden van de slachtoffers. Voor mkb-bedrijven komt er ondersteuning tijdens het onderzoek. Ook krijgen deze bedrijven flexibelere deadlines.
Op sommige vlakken hebben de Europarlementariërs het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Europese Commissie flink aangescherpt. Zo willen ze dat de Commissie een lijst maakt met gebieden en sectoren waar er een hoog risico bestaat op dwangarbeid. Voor producten uit deze gebieden draait de bewijslast om: bedrijven moeten dan aantonen dat er geen dwangarbeid aan te pas kwam.
Ketenverantwoordelijkheid
Men kan ook bedrijven ter verantwoording roepen als ze niet zelf rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de dwangarbeid, maar er verder in hun logistieke keten problemen zijn. Voor de duidelijkheid: deze wet stelt niet dat ze proactief moeten zoeken naar dwangarbeid in hun logistieke keten. Daarom werkt Brussel nu aan een wet voor ketenverantwoordelijkheid.
Toch is er een extra wet nodig voor dwangarbeid. Het probleem is zo specifiek dat hiervoor een uniek instrument nodig is, aldus Rafaela. “De toegevoegde waarde: je kan veel gemakkelijker een product in het vizier nemen. Bij de wet voor ketenverantwoordelijkheid wacht je op een verandering van de bedrijfswaarden. Met dit instrument kun je een product per direct bannen.”
Opschieten
Nu het volledige Europees Parlement zich heeft uitgesproken over de wet kunnen de onderhandelingen met de lidstaten beginnen. Rafaela wil dat er nog voor de Europese verkiezingen in juni een definitief akkoord is. Dan is er nog wel heel wat werk. Op dit moment hebben de lidstaten onderling nog geen gemeenschappelijk standpunt over het wetsvoorstel.
Volgens Rafaela zal het tijdens de onderhandeling vooral gaan over de vraag hoever de wet gaat. “Want stel je voor: er is één draadje in je trui dat uit dwangarbeid bestaat. Haal je dan het draadje uit de trui of haal je de hele trui van de markt? Dat is een erg lastig vraagstuk. Maar in essentie zeggen we dat de kans reëel is dat een product er helemaal uitgaat, wanneer dwangarbeid is aangetoond.”
Meer over deze zes fases in het Europese besluitvormingsproces lees je hier.