Comité van de Regio’s: ‘Begrotingsplannen Von der Leyen vergroten kloof tussen regio en Brussel’

Hoe wordt straks het Europees geld verdeeld? De Europese Commissie werkt aan nieuwe plannen om het geld te verdelen. En dat baart regionale overheden grote zorgen. Want de regio lijkt opzijgezet te worden.

3 min. leestijd
(Bron foto: iStock)

Regio’s maken zich grote zorgen over de begrotingsplannen van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Ze lijkt bij de volgende begrotingsperiode, 2028 tot 2034, af te willen van twee belangrijke geldstromen. De landbouwsubsidies en de cohesiefondsen. Maar belangrijker nog, het geld zou niet meer via regionale overheden terechtkomen bij projecten in Nederland, maar via het rijk.

Dat zet regio’s nog meer buitenspel, stelt het Comité van de Regio’s in een uitgelekte memo. Het Comité van de Regio’s adviseert de EU-instellingen over wetten die van invloed zijn op steden en regio’s in de EU.

Maar hoe werkt het nu?

Europa heeft met een budget van meer dan 1200 miljard euro behoorlijk wat geld te besteden. Dat geld vloeit terug naar de EU-landen via verschillende subsidiepotjes. Denk aan het Gemeenschappelijk landbouwbeleid, ooit goed voor de helft van het Europees budget. Of het cohesiefonds dat minder welvarende regio’s economisch steunt.

De Europese Commissie identificeerde al 398 nationale en regionale subsidieprogramma’s. Daar komen nog eens 27 partnerschapsovereenkomsten met EU-landen bij, 54 programma’s op het gebied van landbouw en visserij en nog eens 79 programma’s die landen steunen in hun asielbeleid.

Een behoorlijk aantal dus. Dat moet vanaf 2028 een stuk simpeler. In plaats van al die verschillende programma’s wil Von der Leyen werken met maar één programma per land. Daarin wordt subsidie op een bepaald thema gekoppeld aan een hervorming. Nederlandse boeren zouden bijvoorbeeld geld kunnen krijgen uit het nieuwe budget als het kabinet biologische landbouw zou promoten.

De kloof wordt groter

De begrotingsplannen vallen niet in goede aarde bij regionale overheden. Zo zegt het Comité van de Regio’s (CvdR) dat één programma per EU-land zal leiden tot nationalisering van Europese subsidies. Dat betekent minder controle voor de regio’s, want op dit moment bepalen ze zelf en met elkaar hoe en waar er Europees geld naartoe gaat.

Maar dat is niet de enige zorg. Een nationalisering van de Europese geldstroom vergroot de kloof verder tussen regio en Brussel, zegt het Comité. Er zou dan minder direct contact zijn tussen ambtenaren uit de provincie en de Europese Commissie. En dat kan fataal zijn, want regio’s kunnen nu al slechts in beperkte mate invloed uit oefenen op Europees beleid. Het Comité heeft bijvoorbeeld enkel een adviserende rol. Zo lijken regio’s geen gelijkwaardige partners meer te zijn, maar meer een soort begunstigde.

Bovendien hebben regio’s slechte ervaring met Europese subsidiepotten die via het rijk naar de regio moeten vloeien. Tussen 2014 en 2020 kwam het meer dan eens voor dat regionale projecten die structurele steun nodig hadden in de problemen kwamen omdat het rijk in tijden van crisis besloot financiële gaten te dichten met cohesiefondsen.

Goede bedoelingen

Maar de plannen van Von der Leyen komen niet uit de lucht vallen. Het beheren van honderden verschillende geldstromen is niet niks. Er moet onderhandeld worden met subsidieaanvragers, hun projecten moeten bekeken en goedgekeurd worden en achteraf duiken ambtenaren met rekenmachines de geldboekjes in om te zien of het allemaal wel goed uitgegeven is. Ook dat kost geld.

De Commissie ziet haar plannen dan ook als een manier om het proces te stroomlijnen. Want vergeet niet dat iedere euro die op dit moment naar de regio gaat in Brussel gewoon geld kost. Al die ambtenaren en organisaties betrokken bij het goedkeuren van subsidies moeten ook betaald worden.

Eerste verzet

Het Comité laat het er in ieder geval niet bij zitten. Het eerste moment om hun ongenoegen uit te spreken is tijdens de hoorzittingen van kandidaat-Eurocommissarissen begin november. Er zouden al meerdere Europarlementariërs benaderd zijn om het Comité te steunen en kandidaat-Eurocommissarissen aan de tand te voelen over de plannen van Von der Leyen.