De loonkloof, platformwerk en arbeidsduur. Veel Nederlanders zouden dit niet associëren met de Europese Unie. “Bemoeit die zich daar ook al mee?” Ja, voor zover werknemers over open grenzen verplaatsen, is dat relevant voor de interne markt. Maar inderdaad wordt er al heel lang stevig gesproken over de ‘bevoegdheden’ van de Europese Commissie, de lidstaten en het Europees Parlement om daarover wetgeving te maken die de lidstaten bindt. Dat gesprek speelt in de ‘sociale agenda’. Dat is een stapel Europese wetten die in de maak zijn, bijvoorbeeld voorstellen van de Commissie over ‘verordeningen’ (wetten) over sociale zekerheid en platformwerk.
Die onderhandelingen vinden in Brussel plaats, in ‘raadswerkgroepen’. Nederlandse ambtenaren vergaderen daar achter een Nederlands vlaggetje. In één geval wordt er ook met het Europees Parlement en de Commissie tegelijk gepraat. Dat heet een ‘triloog’.
Brief
Wat doen Nederlanders eigenlijk in die vergaderingen? Dat vind je in het nieuwe boekje Retourtje Brussel, met gesprekken met bijvoorbeeld een Nederlandse raadsonderhandelaar, een adviseur van Mark Rutte en een schrijver van EU-plannen bij de Commissie. Het is lekker dun en toegankelijk en ligt in je lokale boekhandel.
Alles wat Nederlanders in vergaderingen tussen de landen zeggen, moet door onze volksvertegenwoordigers worden gecontroleerd. Daarom schreef de minister de laatste stand van zaken in de onderhandelingen op in een brief over haar vergadering in Praag, die toch al naar het parlement moest.
Tegenwoordig worden daar trouwens ook notities bij gestopt die ambtenaren binnen het ministerie aan de minister schrijven. Daarin leggen ze uit wat de kern is van de brief aan de Kamer. Haar vragen schreef minister van Gennip er met pen bij; grappig om te lezen.
Vragen
Vorige week kwam de brief met de agenda voor de informele Raad naar de Kamer. Die ging een beetje over de vergadering in Praag, maar ook heel veel andere dingen. Dat scheelt briefruimte. Maar het is ook verwarrend. De Kamerleden besloten op hun procedurevergadering er ‘verslag’ over te leveren. Dat is een lijst met vragen aan de minister. Van de twintig fracties hadden er zes vragen.
De vragen van de Kamerleden gaan (best voorspelbaar) niet over energiearmoede en Oekraïne. Dat woord komt er één keer in voor. De vragen van Kamerleden gaan over de ingewikkelde onderhandelingen over asbest, sociale inclusie en zzp’ers. Thema’s die niet in Praag worden besproken, en nog wel een aantal maanden op de Brusselse vergaderagenda staan.
Toch is er haast. Want vragen over de Nederlandse inzet op een Raadsvergadering (zo heet de brief nu eenmaal) moeten namelijk beantwoord worden voor de minister vertrekt. Dat komt omdat de Kamerleden er nog een motie over moeten kunnen indienen. En erover moeten stemmen, want een motie die wordt aangenomen, geeft de minister een harde instructie. Dat stemmen moet op een dinsdag, woensdag of donderdag. Omdat de vergadering in Praag op woensdag begint, zal dat dus dinsdag worden.
Het beantwoorden van de zeven pagina’s vragen over langlopende EU-onderhandelingen, geeft ambtenaren op het ministerie komend weekend overwerk. Dat haastwerk is niet zo sociaal. Het was te voorkomen geweest door slimme agendering en een beetje vooruitdenken. Tot zover de balans tussen werk en privé.
Mendeltje van Keulen (cartoon) is onder meer praktijkprofessor Europa bij de Haagse Hogeschool. Van 2011 tot 2017 was zij griffier Europese Zaken bij de Tweede Kamer. Zij leegt voor Brusselse Nieuwe regelmatig de brievenbus van de Tweede Kamer en legt Europese voorstellen bovenop de stapel.
Elke week de column van Mendeltje in je mailbox ontvangen? Abonneren kan hier voor slechts 1 euro in per maand. Daarmee levert u een bijdrage aan de onafhankelijke journalistiek en opinie over Europese zaken die Nederland raken.
