Column Post uit Brussel: Alle brieven en granaten

4 min. leestijd

De berichten over de aanstaande invasie van de Russen in Oekraïne worden indringender. Ook in Nederland is de militaire paraatheid verhoogd. Terwijl diplomaten koortsachtig overleggen, schrijven Haagse ambtenaren lange Kamerbrieven over alle ontwikkelingen. Uiteindelijk is oorlog Chefsache.

De Kamerleden hebben net als de nieuwslezers moeite om grip te houden op alle ontwikkelingen: militaire leveranties, uitzending, missies, sancties. Ook bij het kabinet moeten de silo’s tussen de ministeries geslecht, want allerlei beleidsterreinen zijn aan de orde. De woordvoerders ‘buitenlandse handel’ kregen gisteren een ‘update’ van negen kantjes, van drie ministers. Ze  gaan de brief bespreken, maar dat is op zijn hoogst volgende week.

Tweede Kamer achter de feiten aan

Het nieuws over het leveren van militaire goederen is dan alweer achterhaald. Dat is niet nieuw, want geopolitiek placht niet te wachten op democratie. De vorige brief, van twee dagen eerder, lag nog voor behandeling in de commissie Buitenlandse Zaken.

De regering stelt de Tweede Kamer gerust: er is (nog) geen sprake van uitzending van Nederlandse militairen voor gevechtshandelingen. Dat is belangrijk, want daarvoor heeft ons parlement een eigen procedure. Die heet artikel 100, naar het betrokken grondwetsartikel.

De regering moet een ‘artikel honderd’ brief sturen voor uitzending van Nederlanders. Dan is trouwens geen formele toestemming van de volksvertegenwoordiging nodig (in tegenstelling tot een oorlogsverklaring). Maar omdat het gaat om spoedzaken, ligt er behoorlijk veel druk op. Bijvoorbeeld in het najaar van 2020, rond het zenden van een transportvliegtuig naar de missie MINUSMA in Mali.

Niet bij te benen

In het geval van de spanningen rond Oekraïne gaat het om een internationaal conflict, waar twee internationale organisaties bij betrokken zijn: Nederland is oprichtend lid van de NAVO en de Europese Unie.

Eerst het Noord-Atlantische Bondgenootschap. Onze luchtmacht neemt met twee F35’s deel aan de NAVO troepen en de marine met een schip, de Van Amstel. Aan de Europese oostgrens zijn in NAVO kader 350 Nederlanders gelegerd. Defensie-minister Kajsa Ollongren (D66) en haar 29 collega’s van de NAVO-landen overleggen vrijwel dagelijks over de situatie.

De defensiewoordvoerders van de Kamerfracties moeten controleren wat ze daar allemaal zegt – twee weken geleden maar liefst vier uur lang. Maar ook zij kunnen de ontwikkelingen in deze ‘NAVO ministeriele’ niet bijhouden.

Volg Fien

Ook de Europese Unie heeft in de afgelopen jaren een veiligheids-en defensiebeleid opgebouwd. Dat blijft gevoelig in sommige hoofdsteden: ook Den Haag haast zich altijd te verzekeren dat er “geen Europees leger“ komt.

Gelukkig praten we in Brussel volop mee. Zo is onze Nederlandse diplomate Delphine Pronk voorzitter van de Europese buitenlandwerkgroep PSC. Volg @FienBZ op Twitter en je krijgt beeld bij het werk van deze ambassadeur. Zoals een verzoek om assistentie bij cyber aanvallen, daar zullen mogelijk Nederlanders van het Defensie Cyber centrum bij helpen lezen we in de update brief. Ook een kleine adviesmissie voor militair onderwijs wordt tussen de 27 EU landen besproken.  Dit soort civiele missies is de kracht van de EU, in aanvulling op de bommen en granaten van de NAVO. En daarin draaien enkele tientallen Nederlanders mee.

Nederlandse inzet in Brussel

Tot slot de economie. De ‘moeder aller sancties’ staat voor de deur aldus de premier van Estland – ook voor Nederlandse bedrijven zal het impact hebben. De Europese Unie heeft bij escalatie miljarden aan hulpgelden klaarliggen en een stevig sanctiepakket. En dat komt bovenop de huidige beperkingen van de handel met Oekraïne, die onze economie raakt.

De Kamerleden voor Economische Zaken hebben voor dit sanctiepakket nog geen parlementair voorbehoud aangekondigd, zoals Kamerlid Omtzigt met CDA collega Van den Berg voorstelde bij een ander EU-voorstel, over QR codes.

Als toonbeeld van Europese eenheid bespraken Premier Rutte en de andere 26 regeringsleiders donderdag de situatie met voorzitter Charles Michel en voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen. Ze waren toch al bij elkaar, voor een topontmoeting met Afrikaanse leiders. Normaal moet de Tweede Kamer voor elke Europese top een debat organiseren, om de regering de Nederlandse inzet mee te geven. Donderdag bleef het bij een ‘geannoteerde agenda’ van honderd woorden.

De inhoud: U weet wat de premier gaat zeggen, lees de overige brieven aan de Kamer. Lees: volg het nieuws, want hierover is het laatste woord nog niet gezegd. Of geschreven.