Column Europa’s rafelrand: Wat heeft Orbán te verbergen?

4 min. leestijd

Door Tijn Sadée, correspondent pendelend tussen Brussel en Zuidoost-Europa

Krijgt Brussel Hongarije op de knieën?

In de Brusselse wandelgangen gaan de veiligheidsgordels om, nu het eindspel tussen de EU en de Hongaarse premier Viktor Orbán is begonnen. De inzet: miljarden aan EU-subsidies waar Orbán recht op meent te hebben. Het geld is afkomstig van de Europese belastingbetalers. Maar sinds er met het zogeheten rule of law-instrument strengere voorwaarden gelden waar een land aan moet voldoen – deugdelijke rechtspraak en democratie – is de geldkraan naar Orbán dichtgedraaid.

Aanstaande vrijdag, 18 november, vergaderen minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra en zijn Europese collega’s over de rechtsstaatsproblemen in Hongarije. En ruim twee weken erna buigen de Europese ministers van Financiën zich over Europa’s kwelgeest Viktor Orbán. Hoe gaat deze strijd aflopen?

De in Brussel gehate Hongaarse autocraat hanteerde lange tijd een succesvol verdienmodel. Orbán gaf Brussel de schuld van alles wat fout gaat, maar hij en zijn clan van ondernemende Hongaarse vrienden profiteerden wel volop van het EU-geld. Ofwel: Brussel bashen en tegelijk de Brusselse subsidiemiljarden cashen.

Maar die vlieger gaat niet meer op, sinds de Europese Commissie de Hongaarse regering verdenkt van corruptie en grootschalig misbruik van EU-geld. De uitkering van ruim 13 miljard euro (miljarden uit het Herstelfonds én uit de reguliere EU-begroting) aan Hongarije werd opgeschort. Veeg eerst je stal maar eens schoon en dan praten we verder, klonk de Brusselse vermaning aan Boedapest.

Eerst zien, dan geloven

Die harde opstelling lijkt te hebben gewerkt, want Orbán presenteert nu een pakket hervormingen waarmee hij de blokkade van de EU-miljarden hoopt op te heffen. De meest in het oog springende belofte: de invoering van een gloednieuwe Hongaarse Integriteitsautoriteit. Die moet onafhankelijk toezicht gaan houden op de besteding van het Europese geld.

Klinkt goed, maar we willen eerst zien hoe het er in de praktijk uit gaat zien, was de toon vorige week in het Duitse parlement. De Duitse regeringspartijen roepen bondskanselier Scholz op om streng te blijven voor Orbán. Helemaal overbodig is dat Duitse wantrouwen niet, vindt de Hongaarse jurist Balázs Tóth van het Helsinki Comité voor Mensenrechten in Boedapest.

Al decennia ziet hij toe hoe Orbán de rechtsstaat in zijn land “uitkleedt”. Tóth verdedigt onder andere een Hongaarse rechter die vanwege haar kritiek op Orbán op non-actief werd gesteld. “Hopelijk laat de Europese Commissie zich niet verblinden door de beloftes en mooie woorden van Orbán”, zegt Tóth. “Neem alleen al die Integriteitsautoriteit. Hoezo autoriteit? Het heeft niet eens de bevoegdheid om mensen te vervolgen. Het is een machteloos instrument. Op basis van mijn jarenlange ervaring zeg ik: geloof níets van wat de Orbán-regering zegt.”

Duivels dilemma

Het oordeel van corruptiewaakhond Transparency International (TI) in de Hongaarse hoofdstad Boedapest is al net zo vernietigend. “Deze Integriteitsautoriteit zal de besteding van EU-geld niet beschermen.” Wantrouwen is inmiddels een primaire reflex geworden in het leven van veel Hongaren. 

Dat geldt ook voor schrijver András Forgách. Zijn autobiografische roman, over een moeder die haar zoon verraadt bij de geheime politie in communistisch Hongarije, verscheen in Nederland in de vertaling De akte van mijn moeder. Bij onze eerste ontmoeting, tien jaar geleden, waarschuwde hij al voor de gevolgen van het ‘illiberale politieke avontuur’ van Orbán. 

Toen we elkaar onlangs weer zagen, bespraken we de duivelse dilemma’s in het Hongarije onder Orbán. Wat doe je als jou een literaire staatsprijs wordt toegekend? Over een antwoord op mijn vraag hoefde Forgách niet lang na te denken. “Wees verstandig, verbreek de telefoonverbinding, draai je om, loop weg!”

Over duivelse dilemma’s gesproken. Naar ieders verwachting brengt de Europese Commissie, die geacht wordt politiek neutraal te zijn, nog deze maand een positief advies uit over de beloofde hervormingen van Orbán. Met veel tegenzin, maar op papier heeft Orbán nu eenmaal gedaan wat van hem wordt gevraagd. 

Een oordeel over wat die beloftes in de praktijk waard zijn laat de Commissie over aan de Europese ministers van Financiën die op 6 december het finale besluit moeten nemen: gaat de geldkraan naar Orbán open, of krijgen we een verlenging van de politieke strijd?

Volg Tijn op zijn reisblog www.balkandashboard.com

De Hongaarse schrijver András Forgách