Column Europa’s rafelrand: Nederlander aan basis van Volt Hongarije

4 min. leestijd

Door Tijn Sadée, correspondent pendelend tussen Brussel en Zuidoost-Europa

Nooit, in al die tijd, bang geweest? Wel eens gevreesd voor een klop op de deur van Hongaarse autoriteiten?

Peter Kramer wuift de vragen laconiek weg. Al ruim dertig jaar gaat de Nederlander eigenwijs zijn gang in Hongarije, het land van de autocratische premier Viktor Orbán. “Ik arriveerde hier in de vrolijke, veelbelovende jaren ’90. Nu is het pure maffia. Een dictatuur.”

Hij kwam in Hongarije terecht door de liefde voor een Hongaarse met wie hij later drie dochters kreeg. Nog altijd zijn ze samen en wonen nu in Gödöllö, het barokke stadje even buiten Boedapest. In de hoogtijdagen van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie had keizerin Sisi er haar favoriete jachtkasteel.

Nooit, in al die jaren, overwoog de in Oldenzaal geboren Kramer om zijn mening te verbergen.
In één van zijn recente Facebook-posts beschrijft hij Orbán als ‘the King of the Hybrid Regime and the Abuser of the Cohesion Funds’, ofwel: Orbán de grote misbruiker van Europees subsidiegeld.

Deze week werd bekend dat Brussel de blokkade van de uitkering van EU-subsidiemiljarden aan Orbán handhaaft, wegens zorgen over de aanhoudende corruptie in Hongarije. Tot half december heeft de Hongaarse premier nog de tijd om de overige Europese regeringsleiders te overtuigen dat hij de corruptie structureel zal aanpakken.

Blote voeten

Eerst zien dan geloven, want die corruptie zit inmiddels in de haarvaten van de samenleving, weet Kramer. Hij kent de verhalen van Hongaren die in bedrijven, in handen van Orbáns vrienden, gestraft worden nadat ze kritiek uiten. “Je verspeelt je kans op promotie of, erger, je wordt direct ontslagen.”

Terugkijkend op zijn loopbaan is Kramer blij dat hij altijd voor buitenlandse bedrijven in Hongarije heeft kunnen werken, bedrijven zonder politieke banden met de ‘Orbánisten’. “Ik kan mezelf tot op de dag van vandaag in de spiegel aankijken, ik ben niet corrupt.”

Kramer was al volledig ingeburgerd tijdens de euforische lente van 2004, toen Hongarije lid werd van de Europese Unie. “Prachtig allemaal”, zegt Kramer, “maar tegelijk zag ik rond verouderde industriesteden als Miskolc, in het noorden van het land, nog kinderen rondlopen op blote voeten. Die armoede greep me bij de keel. Met vrienden hebben we toen de Hongaarse Voedselbank opgezet. Ik krijg veel van Hongarije, nu was het tijd om iets terug te geven.”

Bij aanvang ging er veel mis bij de verdeling van levensmiddelen die de Voedselbank inzamelde. Op lokaal niveau legden politici beslag op de voedseldistributie “om goede sier te maken onder hun bevolking”.

Kramer en zijn collega’s besloten daarom tot een volledig andere aanpak, met een centrale inzameling en coördinatie in hun kantoor in Boedapest. “Vandaaruit werken we samen met betrouwbare stichtingen die het voedsel lokaal verdelen. Provinciale politici komen er gelukkig niet meer aan te pas.”

De straat op

Bijna twintig jaar later is de Hongaarse Voedselbank nu een geoliede machine. “Ik zit nog in de raad van toezicht, maar ze hebben me minder hard nodig.”

Tijd voor een nieuw avontuur, zegt Kramer die onlangs werd benaderd door de pan-Europese partij Volt. Een eerdere poging om een Hongaarse afdeling van Volt op te zetten was mislukt. Of Kramer het wilde proberen? “Ik huiverde aanvankelijk bij het idee dat men mij zou zien als die bemoeizuchtige Hollander die komt vertellen wat goed is voor de Hongaar.”

Hij heeft zich nu aangeboden om de organisatorische basis van de partij te bouwen. “Ik moet nog op zoek naar een politieke leider, en dat moet een Hongaar worden, anders gaat het niet werken.”

Met nog maar zestien leden staat Volt Hongarije aan het prille begin. “Ik voel de plicht om iets te doen voor dit land waar ik van hou. Bij ons thuis aan de keukentafel in Gödöllö is hét gesprek van de dag: wanneer is voor Hongaren de maat vol en gaan ze de straat op? Of blijven ze als schapen achter Orbán aan lopen?”


Volg Tijn op zijn reisblog www.balkandashboard.com

Peter Kramer