Column Europa’s rafelrand: Gaten in het hek rond Fort Europa

4 min. leestijd

Door Tijn Sadée, correspondent pendelend tussen Brussel en Zuidoost-Europa

Alsof ze elkaar ’s nachts stiekem, zonder dat hun baasjes het in de gaten hadden, hebben opgezocht onder de boom. Twee verliefde Lada’s, met het schaamrood van de opwinding op de gammele carrosserieën. Isten hozott Homorúdán, staat in kleurige letters op de gevel van de stierenboerderij in het Hongaarse grensdorp Homorúd: ik word door de bewoners een goddelijk welkom geheten.

Met de veerboot bij Mohács ben ik door de ochtendmist over de Donau gestoken, op weg naar het migratiekamp in het Servische stadje Sombor. Het is een afstand van niks. Maar ik rij van de hemel naar de hel. Kijk maar naar mijn fotocollage onderaan deze column: tussen de Lada’s en het kamp zit 25 kilometer, amper een half uur rijden.

Het drassige land in dit grensgebied, met meertjes en kronkelige kreken, wordt in betere tijden bezocht door vogelspotters die er stilletjes in kano’s rondvaren, op zoek naar zeldzame exemplaren. Maar vandaag stuit ik op stationair-ronkende auto’s van de Hongaarse grenswacht. Overal in de berm staan ze op de uitkijk naar migranten die hier vanuit Servië de Europese Unie proberen binnen te komen.

Balkanroute

Als de nevel is opgetrokken zie ik de contouren van de ‘muur van Orbán’, het enorme hekwerk dat de Hongaarse premier Viktor Orbán liet bouwen na de grote migratiecrisis van 2015. Toen ging het om ruim een miljoen mensen – vooral Syriërs op de vlucht voor de oorlog in hun land – die Europa probeerden te bereiken.

Orbáns hek stuitte aanvankelijk op veel weerstand.  “Was dat niet een onmenselijke behandeling van mensen in nood?”, vroeg de meerderheid in het Europees Parlement zich af. Men sprak schande van de harde Hongaarse aanpak. Maar inmiddels, zeven jaar later, is het beeld gekanteld. De verontwaardigde toon van toen is grotendeels verstomd. In Europa zijn er nu juist zorgen of Orbáns hek wel hoog en afschrikwekkend genoeg is.

Volgens de Europese grensbewakingsdienst Frontex zijn er in de eerste negen maanden van dit jaar al 228.000 ‘irreguliere migranten’ de EU binnen gekomen, en de Balkanroute is weer in trek. De aantallen stijgen “explosief”, waarschuwen de Hongaarse autoriteiten. Er zitten dus flinke ‘gaten’ in het hek.

Grensbewakers doen tegen betaling een oogje dicht. Mensensmokkelaars zijn weer hyperactief.
Over de Balkan, door landen als Bulgarije en Servië, proberen vooral jonge Syriërs, Afghanen en Burundezen Hongarije te bereiken. En dan verder de EU in, richting België, Duitsland en Nederland.

Kamp Sombor


Om de toestroom in te dammen hebben Europese politici het al over de “noodzaak om de verdedigingslinie naar het zuiden te verplaatsen”. Ook de Nederlandse staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid Eric van der Burg (VVD) hamert erop dat er aan de buitengrenzen van de EU beter moet worden geregistreerd en geïdentificeerd.

Ik zou zeggen: kom mijn kant op, en volg me op mijn ritje van de hemel naar de hel. In de modderige berm van de toegangsweg naar Kamp Sombor lopen jonge mannen af en aan. De meeste komen uit Syrië en zijn vanuit Turkije via de Balkanroute de afgelopen dagen in het kamp aangekomen. Sanitaire voorzieningen zijn er nauwelijks. Poepen en pissen moet ergens op het veld. Daar zitten ook groepjes rond vuren.

Met het politieke jargon over ‘verdedigingslinies’ en ‘registreren en identificeren’ in mijn achterhoofd, kijk ik om me heen en zie de rauwe realiteit. Onder een tentdoek bakken twee mannen brood. Als ik ze film lachen ze hun tanden bloot.

Hoe nu verder?, vraag ik aan een jongen in de rij voor brood.
“Ik wil naar Duitsland.”
Hij rekent me voor wat de prijs is om de EU binnengesmokkeld te worden.
“3.000 euro.”
Dat geld heeft ‘ie op zak. Nu nog een smokkelaar vinden. En een gat in het hek.

Volg Tijn op zijn reisblog www.balkandashboard.com  

Het gras is altijd groener bij de buren.
Verken je horizon en ga ook eens vissen in een andere vijver!

Word lid Meer informatie