Asiel-minister Faber in Luxemburg: ‘Weinig enthousiasme voor Nederlandse opt-out, wel steun voor strenger beleid’

Een opt-out zit er voorlopig niet in, leerde asielminister Faber donderdag in Luxemburg. Toch gaat ze niet met lege handen naar huis. Ze ziet immers draagvlak voor strenger asielbeleid. En dat biedt hoop, stelt ze.

3 min. leestijd
(Bron foto: Raad van de EU)

Het is asielminister Marjolein Faber (PVV) niet gelukt EU-ministers te overtuigen van een Nederlandse opt-out voor Europees asielbeleid. “Er is niet al te veel enthousiasme voor onze opt-out-plannen”, vertelde ze de pers na afloop van haar eerste EU-ministervergadering in Luxemburg. Maar, dat wil niet zeggen dat ze teleurgesteld naar Nederland terugkeerde. Want er is wel veel draagkracht om een strenger migratiebeleid te voeren in de Europese Unie.

De opt-out-wens

Minister Faber stuurde eerder al een brief naar de Europese Commissie waarin ze de Nederlandse wens uitsprak een opt-out te krijgen voor Europees asielbeleid. Een uitzonderingspositie dus. Een opt-out betekent dat een land zich niet aan dezelfde regels hoeft te houden als de rest van de EU. Duitsland zei het al ‘geen goed idee’ te vinden. En Eurocommissaris Johansson (Binnenlandse Zaken) schat de kans op een opt-out voor Nederland laag in.

Oppositiepartijen in de Tweede Kamer noemen de opt-out-plannen symboolpolitiek. Want een opt-out krijgt een land niet zomaar. Daar moeten de Europese verdragen voor aangepast worden en vooralsnog staat zo’n verandering nog niet op de planning. Maar volgens Faber is de opt-out-wens vooral een signaal aan andere EU-landen. “De boodschap is overgekomen”, zegt ze.

Terugkeerbeleid

Volgens Faber is er in ieder geval draagvlak bij haar Europese collega’s om een strenger migratiebeleid te voeren. Dat blijkt uit en aantal een-op-eengesprekken die ze met andere ministers heeft gehad, legt ze uit. “Die gaven aan ook op onze lijn te zitten.” Vooral Oostenrijk komt als Nederlandse bondgenoot naar voren. Samen dienden de landen een voorstel in voor een strenger terugkeerbeleid van asielzoekers.

Elk jaar krijgen zo’n 300.000 migranten te horen dat ze de EU moeten verlaten. Maar slechts 21 procent daarvan gaat daadwerkelijk terug naar eigen land. Nederland en Oostenrijk willen daarom speciale ‘hubs’ inrichten, detentiecentra aan de Europese buitengrenzen, waar asielzoekers na een afwijzing kunnen worden opgevangen. Daarmee wordt het moeilijker voor asielzoekers om binnen de Europese grenzen te verdwijnen en tegelijk makkelijker voor de autoriteiten om asielzoekers terug naar hun land van herkomst te sturen.

Nieuwe wind

Het zijn geen verrassend nieuwe plannen. Het CDA stelde in hun verkiezingsprogramma ook voor om vluchtelingen eerst buiten de Europese grenzen op te vangen. Maar, dat maakt het voorstel niet minder relevant, vindt Faber. Want juist nu ziet ze kansen. “Er waait een nieuwe wind door Europa”, zegt Faber. Ze doelt op de overwinning van radicaal-rechtse partijen. Denk aan de PVV in Nederland, Fabers partij, maar ook Oostenrijk of Duitsland. Daar haalt het extreemrechtse AfD steeds meer zetels in lokale verkiezingen. “Burgers hebben laten merken dat ze het anders willen. Collega-ministers zien dat ook.”