Minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken blijft met burgers in gesprek gaan over Europa, ondanks het feit dat er voor die gesprekken niet veel interesse blijkt te bestaan. Dat schrijft de minister in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer.
De aanleiding van Hoekstra’s brief is het voorstel van PvdA Eerste Kamerlid Ruud Koole. De PvdA’er vroeg om een levendige, goed geïnformeerde publieke discussie over de Europese Unie en over de Europese ambities van Nederland.
Tegenspraak
Het afgelopen jaar hield men al verschillende burgerpanels in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa, een groot project waarbij burgers en verschillende experts hun mening uitten over de Europese Unie. Hoekstra vond het project, dat op 9 mei eindigde, een mooie start. Volgens hem is er wel sprake van een tegenspraak.
In Nederland kwam naar voren dat burgers graag mee willen praten en geïnformeerd willen worden over de Europese Unie. Tegelijk bleek het niet eenvoudig om dezelfde burger warm te maken voor deelname aan het gesprek en de burgerpanels, schrijft Hoekstra in de brief. Nederlanders hebben zich niet massaal gemeld om mee te praten over Europa.
Ambtenaren voor de klas
Toch blijft Hoekstra proberen. De minister wil luisteren naar wat Nederlanders van de Europese Unie verwachten en meer draagvlak voor de Unie creëren. De komende maanden worden er bijeenkomsten en werkbezoeken in heel Nederland georganiseerd, waarbij het gesprek over de Europese Unie met burgers wordt aangegaan.
Ook worden Hoekstra’s online kanalen ingezet om informatie over de Europese Unie “in begrijpelijke taal” onder burgers te verspreiden. Denk aan artikelen op zijn LinkedIn-pagina en video’s over de rol van de Europese Unie in het dagelijks leven van de Nederlanders, want schrijft Hoekstra, “die rol is vaak ook groter dan gedacht.”
Hoekstra wil ook jongeren meer betrekken bij de Europese Unie en het Europese beleid. Zo start opnieuw het programma ‘EU Back to School’, een programma dat vanwege corona stil kwam te liggen. Ambtenaren van verschillende ministeries en Europese instellingen staan hierbij voor de klas om een gastles over Europa te geven.
