De beruchte Israëlische spionagesoftware, Pagasus-spyware, heeft naast de Europese Commissie, oppositieleden, activisten en journalisten ook veel slachtoffers gemaakt in Spanje. Zo werd dit weekend duidelijk dat ook de Spaanse premier in de gaten zou zijn gehouden met de spyware. Terwijl de Europese Commissie stelt dat zij niet bij machte zijn om in te grijpen, dat zou namelijk aan de lidstaten zijn, dringt het Europees Parlement, dat onderzoek doet naar Pegasus, woensdag aan op actie.
Bedreiging?
Hoewel de Verenigde Staten de spyware al weren, heeft Europa nog geen duidelijk antwoord geformuleerd op de digitale dreiging. Wel is het Europees Parlement een speciale onderzoekscommissie gestart onder leiding van Jeroen Lenaers (CDA) en rapporteur Sophie in ’t Veld (D66). “Doel is om te achterhalen wie achter de hack zit en in welke mate de Europese Unie hierdoor wordt geraakt”, stelt In ‘t Veld. Daarnaast, en nu met een stemverheffing, onderstreept In ‘t Veld dat er een duidelijke definitie moet komen van ‘nationale veiligheid’ zodat er geen ruimte voor interpretatie blijft waarin misstanden en verkeerde beslissingen kunnen ontstaan.
“De omvang van de problematiek is nog altijd niet duidelijk in te schatten”, benadrukt Lenaers tijdens het debat. Wel weten we dat het een zware bedreiging is voor de democratie, rechtsstaat en persvrijheid in Europa. Lenaers vervolgt: “De software zou oorspronkelijk gebruikt worden om de burger te beschermen, niet om de burger te bespioneren. Zelfs Didier Reynders, de Eurocommissaris voor Justitie, werd bespioneerd. Is hij een bedreiging voor de nationale veiligheid?” Lenaers concludeert dat het Europees Parlement zijn verantwoordelijkheid zal nemen waar mogelijk.
Europarlementariër Thijs Reuten is ook aanwezig bij het debat, waarin hij vooral aandacht vraagt voor de persvrijheid in Europa die door de spyware onder druk staat. Hij sprak daar eerder over bij De Nieuws BV:
